ONDERHOUDSWERK NA IEDERE 25 BEDRIJFSUREN
•
Invetten van alle tandraden dei voorzien zijn van een smeernippel zoals aangegeven door relatieve plakkers.
Bovendien de glijrails van de afvoer-deur en de gaffels van de mobiele achterwand smeren.
•
De transmissiekettingen smeren met olie en vet.
•
Het olieniveau in het frees reduceerelement kontroleren.
•
Het olieniveau in het transmissie reduceerelement kontroleren (Fig.3 Part.B).
•
Het niveau van de hydraulische olie in de tank kontroleren.
MOD. 5-7 mc
BELANGRIJK:
In geval van olieverlies, direkt de oorzaak opzoeken, de nodige ingrepem doen en het olieniveau herstellen.
BESTUREN EN ONDERHOUD
C
B
FIG. 3
FIG. 4
Ed. 02.02
A
OLIEDOP
142