REMKO ATR
Installatie
Voor werkzaamheden aan het
■
apparaat alle stroomvoerende
leidingen spanningsvrij schakelen
De aansluiting moet volgens het
■
schakelschema op pagina 16, 17
en 18 worden uitgevoerd
Het apparaat is alleen voor het
■
aansluiten op permanent gelegde
leidingen toegelaten
Bij de installatie van het apparaat
■
moet erop gelet worden,
dat elektriciteitskabels, zoals
netvoedings- en relaisaansluitkabels
niet met laagspanningskabels,
zoals voelerleidingen in contact
komen (minimale afstand 4 mm bij
geïsoleerde basisgeleiders)
Er moet volgens de eisen van
■
EN 60730 deel 1 voor voldoende
bescherming tegen zelfstandig
losraken van alle aansluitleidingen
gezorgd worden.
Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door
het samenbinden van de leidingen
met geschikte kabelbinders
Ook VDE 0100, EN 60730, deel 1
■
en de voorschriften van het lokale
energiebedrijf moeten in acht
genomen worden
Mocht het apparaat onverwacht
■
niet werken, controleer dan eerst
de correcte aansluiting en de voeding
LET OP
Fouten bij het aansluiten kunnen
tot beschadiging van het apparaat
leiden! Voor schade die het gevolg
is van verkeerd aansluiten en/of
ondeskundig gebruik wordt geen
aansprakelijkheid aanvaard!
14
Gebruik voelerleidingen die aan de eisen
■
voldoen en let op de maximale leidinglengte
en de vereiste minimale diameters
Maximale
leidinglengte
10 m
15 m
20 m
AANWIJZING
Voor een leidinglengte van meer dan
5 m moet op korte afstand van het GPS-
apparaat een RP-20 aangebracht worden.
LET OP
Om storingen te voorkomen, mogen
de externe voelerleidingen niet samen met
andere stroomvoerende leidingen gelegd
worden. Er moet een minimale afstand
van 4 mm ten opzichte van geïsoleerde
basisgeleiders aangehouden worden.
LET OP
!
Worden de GPS-apparaten in een
groep geschakeld, dan staat op het
storingscontact van de RP-20 permanent
230 V AC. Daarom moet de regeling
telkens voor het openen van het GPS-
apparaat of van de RP-20 absoluut
uitgeschakeld en losgekoppeld worden.
AANWIJZING
Voor groepsschakeling van de GPS-
apparaten moet per groep een RP-20
worden aangebracht. Bovendien moeten
ter plaatse verdeeldozen worden gepland.
Leidingdoorsnede
1,50 mm²
1,50 mm²
2,00 mm²