7.2
problemen verhelpen
De lasprestaties kunnen verslechteren door een aantal oorzaken. Ook het laspistool en/of andere
onderdelen van het lassysteem kunnen verslechteren. De volgende informatie zal u helpen bij het
controleren, vinden en repareren van mogelijke oorzaken van lasstoringen.
ATTENTIE!
een aantal geregeld voorkomende, typische situaties die kunnen optreden tijdens de normale
gebruiksomstandigheden van het MIG/MAG-proces.
Slechte laskwaliteit?
• Controleer of er geen lasspetters zijn die het gas- of draadmondstuk blokkeren
• Controleer beschermgastoevoer
• Controleer en stel gasdebiet in
• Controleer het gastype voor de toepassing
• Controleer pistoolpolariteit Voorbeeld: Fe massieve draad: Werkstukkabel moet op de – pool worden aangesloten,
aansluiting pistool/draadaanvoerunit op de + pool
• Controleer stroombron – Ontbrekende fase?
Variabele lasprestaties?
• Controleer of het aandrijfmechanisme correct is afgesteld
• Controleer of correcte aandrijfrollen geplaatst zijn
• Controleer of de rem van de draadhaspel/as correct is afgesteld
• Controleer of de draadmantel niet geblokkeerd is. Vervang deze indien nodig.
• Controleer of juiste draadmantel geplaatst is voor type/diameter toevoegdraad.
• Controleer draadmondstuk op maat, type en slijtage
• Controleer of pistool niet oververhit raakt voor de toepassing
• Controleer kabelverbindingen en werkstukkabelklem
• Controleer lasparameterinstellingen.
Toevoegdraad beweegt niet?
• Controleer aandrijfmechanisme. Zo nodig afstellen
• Controleer functie van schakelaar laspistool
• Controleer of de euroconnector goed is aangebracht
• Controleer of draadmantel niet geblokkeerd is
• Controleer draadmondstuk op maat, type en slijtage
• Controleer op juiste toevoegdraaddiameter
NL
Hoog spettervolume?
• Controleer lasparameterwaarden
• Controleer smoorspoel-/lasdynamiekwaarden
• Controleer gastype en stroomsterkte
• Controleer laspolariteit en kabelaansluitingen
• Controleer keuze toevoegmateriaal
• Controleer aandrijfmechanisme toevoegdraad
• Controleer stroombron Werken alle elektrische fasen aanwezig?
• Controleer of de lasser de juiste techniek toepast/booglengte/verplaatsingssnelheid/pistoolhoek
ATTENTIE!
controles in verband met de netspanning moeten worden uitgevoerd door een bevoegd en
gekwalificeerd elektriciën.
28
Kempact RA 181A, 251R, 251A, 253R, 253A, 253RMV, 253AMV, 323R, 323A, 323RMV, 323AMV
De opgesomde problemen en de mogelijke oorzaken zijn niet definitief maar suggereren
Vele van deze controles kunnen door de operator worden uitgevoerd. Bepaalde