Controleer of de draadhaspel correct geplaatst en in positie bevestigd is. Zorg ervoor
ATTENTIE!
dat de haspel niet beschadigd of vervormd is, zodat deze kan schaven of aanlopen tegen het
inwendige oppervlak van het frame of de deur van de aandrijfunit. Dit kan afremming veroorzaken
en de laskwaliteit verminderen. Op de lange termijn kan het ook slijtage van de draadaanvoerunit
tot gevolg hebben, waardoor de unit niet gerepareerd kan worden of bij gebruik onveilig wordt.
4.3
haspelremkracht instellen
Om te voorkomen dat de toevoegdraad zich afwikkelt bij doorschieten van de rol bij gebruik op
hoge aanvoersnelheden, kunt u de remkracht van de haspel wijzigen. Remkracht wordt ingesteld
door de opening achter de borgclip. Verhoog de druk door de inhulssleutel linksom te draaien en
verlaag de druk door deze rechtsom te draaien.
Niet te krap afstellen en verminder de druk voor lichte typen lasdraad.
ATTENTIE!
4.4
lasdraad in het aandrijfmechanisme laden
GT02
Zorg ervoor, dat altijd ALLE draadgeleidingsbuizen correct geselecteerd en geïnstalleerd
ATTENTIE!
zijn voordat het laspistool wordt aangesloten
1.
Laat de drukhendel(s) los en open de druk arm(en) die de bovenste draadaanvoerrol dragen,
zodat deze open klapt.
2.
Trek wat losse draad van de haspel en duw het voorzichtig door de bronzen draadgeleider
aan de achterzijde van het mechanisme. Duw de lasdraad over de groef van de aanvoerrol en
door de voorste draadgeleider(s) totdat deze ongeveer 150 mm uit de Eurokoppeling steekt
aan de voorzijde van de machine.
3.
Plaats de bovenste aanvoerrolhendel(s) over de draad en sluit de aandrukarm(en).
© Kemppi Oy / 1336
DuraTorque
NL
11