14. selectie van kratervulfunctie (adaptive mode)
CRATER
FILL
Als het lasapparaat functioneert in de adaptive mode en AUTOMATIC wordt geselecteerd met
moduskeuzetoets 6, kunt u CRATER FILL (krater vullen) kiezen. De CRATER FILL functie activeert
een vooraf ingestelde slope timer aan het einde van de lascyclus en functioneert in hetzij de 2T of
4T-pistoolschakelmodus als het uitsignaal wordt gegeven.
15. selectie voor geheugenfunctie
MEMORY
1
2
3
4
SAVE
Als het lasapparaat functioneert in MANUAL of AUTOMATIC modus kunt u uw lasparameters
opslaan met de MEMORY functie. Er zijn vier MEMORY plaatsen om uit te kiezen en u kunt, hetzij
de MANUAL of AUTOMATIC lasinstelling, op een willekeurige kanaalplaats opslaan. Om uw
lasinstellingen op te slaan moet u de MEMORY toets indrukken en 5 seconden ingedrukt houden.
Om de lasinstellingen op te slaan voor toekomstig gebruik moet u de MEMORY toetsen kort
indrukken. Om de nieuwe lasinstellingen in een kanaal op te nemen moet u de toets lang
indrukken.
16. plaatdikte en lasvormafbeelding
mm
Als het lasapparaat functioneert in de adaptive mode en AUTOMATIC wordt geselecteerd
met moduskeuzetoets 6, wordt de materiaaldikte en lasvorm afgebeeld, gebaseerd op uw
invoerselecties voor plaatdikte in mm en lasvorm. Stel deze waarden af met regelknoppen 2 en 3.
Als u de vermogensdikteregeling (2) afstelt, zult u de grafische afbeelding van de plaatdikte dikker
of dunner zien worden en als u de booglengteregeling (3) afstelt, zult u de lasvorm zien veranderen
van bol naar plat en hol. Selecteer de gewenste instellingen en u bent gereed om te gaan lassen.
© Kemppi Oy / 1336
NL
23