Scherpstelling
U kunt de scherpstelling automatisch aanpassen (zie 'Scherpstelstand' hieronder) of handmatig (
28). U kunt ook zelf het scherpstelveld voor automatische of handmatige scherpstelling kiezen (
25) of scherpstelvergrendeling gebruiken om na het scherpstellen een andere compositie te kiezen
(
26).
Scherpstelstand
Gebruikte bedieningsknoppen
Kies hoe de camera scherpstelt. AF-S en AF-C zijn alleen beschikbaar in de standen P, S, A en M.
Scherpstelstand
Automatische AF
AF-A
(standaardinstelling)
AF-S Enkelvoudige AF
AF-C Continue AF
MF
Handmatig
De AF-hulpverlichting
Als het onderwerp schaars wordt verlicht, wordt bij het half indrukken van de ont-
spanknop de AF-hulpverlichting automatisch geactiveerd om het automatisch
scherpstellen te vergemakkelijken. De AF-hulpverlichting wordt niet geactiveerd in
de scherpstelstanden Continue AF en Handmatig, in de standen
neer het centraal scherpstelveld niet is geselecteerd of wanneer Uit is geselec-
teerd voor persoonlijke instelling 9 (AF-hulpverlichting). De hulpverlichting heeft
een bereik van circa 0,5-3,0m; gebruik in combinatie met de hulpverlichting objec-
tieven van 24-200mm en verwijder de zonnekap.
2—Scherpstelstand (
De scherpstelstand kan ook worden geselecteerd in het menu Persoonlijke instellingen.
Beschrijving
De camera selecteert automatisch Enkelvoudige AF wanneer het onderwerp niet
beweegt en Continue AF wanneer het onderwerp beweegt.
Voor stilstaande onderwerpen. De scherpstelling wordt vergrendeld wanneer u de
ontspanknop half indrukt.
Voor bewegende onderwerpen. De camera stelt voortdurend scherp zolang u de
ontspanknop half ingedrukt houdt. De sluiterreactie krijgt prioriteit, wat betekent dat
de sluiter soms al kan worden ontspannen voordat de scherpstelaanduiding ( )
wordt weergegeven in de zoeker.
Gebruiker stelt handmatig scherp (
75)
Naslaginformatie: Meer over fotografie (alle standen)/Scherpstelling
28).
en
of wan-
24,
23