Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Het laagdoorlaatfilter

De beeldsensor die dienst doet als beeldelement van de camera, is voorzien van een laagdoorlaatfilter
dat moirévorming moet voorkomen. Als u vermoedt dat vuil- en stofdeeltjes die op het filter zitten op
de foto's te zien zijn, kunt u als volgt controleren of het filter moet worden gereinigd. Denk er echter
aan dat het laagdoorlaatfilter uitermate kwetsbaar is en gemakkelijk beschadigd kan raken. Nikon
beveelt aan het reinigen van het filter over te laten aan door Nikon bevoegd verklaard technisch per-
soneel. Als u wilt voorkomen dat de camera wordt uitgeschakeld terwijl de spiegel is opgeklapt,
gebruikt u een volledig opgeladen batterij of de optionele EH-5a lichtnetadapter met een EP-5 voe-
dingsaansluiting (
103).
1
Verwijder het objectief en zet de camera aan.
2
Selecteer Spiegel omhoog in het setup-menu (let op: deze optie is niet beschikbaar bij een bat-
terijniveau van
3
Markeer Aan en druk op OK. De rechts weergegeven melding ver-
schijnt. Als u de normale werking wilt herstellen zonder het laag-
doorlaatfilter te inspecteren, zet u de camera uit.
4
Druk de ontspanknop volledig in. De spiegel wordt omhoog geklapt
en het sluitergordijn wordt geopend, zodat het laagdoorlaatfilter
zichtbaar wordt.
5
Houd de camera zo dat er licht op het laagdoorlaatfilter valt; onder-
zoek het filter op stof of vuil. Als er geen stof of vuil aanwezig is, gaat
u door naar stap 7.
6
Verwijder stof en vuil op het filter met een blaasbalgje. Gebruik geen
blaaskwastje, want de haartjes van het kwastje kunnen het filter
beschadigen. Vuil dat niet kan worden weggeblazen met een
blaasbalgje kan alleen worden verwijderd door de technische dienst
van Nikon. U mag het filter onder geen beding aanraken of
schoonpoetsen.
7
Zet de camera uit. De spiegel wordt neergeklapt en het sluitergordijn gaat dicht. Plaats het
objectief of de bodydop weer terug.
Gebruik een betrouwbare voedingsbron
Het sluitergordijn is kwetsbaar en kan gemakkelijk beschadigd raken. Als de camera wordt uitgeschakeld terwijl de
spiegel is opgeklapt, wordt het sluitergordijn automatisch gesloten. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht om schade aan het sluitergordijn te voorkomen:
• Zet de camera niet uit voordat de reiniging of inspectie is voltooid. Verwijder of ontkoppel de voedingsbron niet
wanneer de spiegel is opgeklapt.
• Raakt de batterij leeg terwijl de spiegel is opgeklapt, dan klinkt er een piepsignaal en gaat de AF-hulpverlichting
knipperen om u te waarschuwen dat na circa twee minuten het sluitergordijn dicht gaat en de spiegel wordt
neergeklapt. Beëindig de reiniging of de inspectie onmiddellijk.
of lager).
Technische gegevens/Behandeling van uw camera
105

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave