5.4 Geheugenopslag van radiozenders
De besturingseenheid bevat een radio-ontvanger voor TX4 zenders. De
zenders in de verpakking zijn reeds in het geheugen opgeslagen en
gebruiksklaar.
Indien u een nieuwe radiozender wilt opslaan, kunt u uit twee mogelijk-
heden kiezen:
• Modus 1: in deze "modus" wordt de hele radiozender gebruikt, d.w.z.
alle toetsen voeren een vooraf ingestelde opdracht uit (de bij WS2 gele-
verde zenders zijn in modus 1 opgeslagen). Het is duidelijk dat een radio-
zender in modus 1 slechts gebruikt kan worden om één enkele automa-
tisering aan te sturen, d.w.z.:
Toets T1
Instructie "OPEN"
Toets T2
Instructie "Voetgangersopening"
Toets T3
"Alleen opening"
Toets T4
"Alleen sluiting"
• Modus 2: aan elke toets kan één van de vier beschikbare opdrachten
gekoppeld worden. Indien u deze modus goed gebruikt kunt u ook 2 of
meerdere verschillende automatiseringen aansturen, bijvoorbeeld:
5.4.1 Geheugenopslag modus 1
1 Druk tenminste drie seconden op toets P1 [B]. Laat de toets los wan-
neer het ledlampje P1 [A] gaat branden.
2 Druk binnen tien seconden tenminste twee seconden op een wille-
keurige toets van de radiozender die in het geheugen opgeslagen
moet worden.
Indien de geheugenopslag goed verlopen is, gaat het ledlampje "P1" drie
keer knipperen.
3 Indien er andere zenders opgeslagen moeten worden, dient u stap 2
nogmaals binnen tien seconden uit te voeren; anders wordt de de
fase van geheugenopslag automatisch beëindigd.
5.4.2 Geheugenopslag modus 2
Wanneer de radiozender in Modus 2 in het geheugen is opgeslagen, kan
er aan elke toets één van de volgende vier opdrachten gekoppeld wor-
den: "OPEN", "Voetgangersopening", " Alleen Opening" en " Alleen Slui-
ting". In modus 2 is er voor elke toets een eigen opslagfase nodig.
1 Wis de afstandsbediening door de procedure "5.4.4 Wissen van een
radiozender" te volgen.
2 Druk zoveel keer op toets P1 (afbeelding 61) van de besturingseen-
heid als voor de gewenste opdracht nodig is, en kijk daarvoor op
onderstaande tabel: (b.v. 3 maal voor de istructie "Alleen Opening").
1 maal
Instructie "OPEN"
2 maal
Instructie "Voetgangersopening"
3 maal
"Alleen opening"
4 maal
"Alleen sluiting"
5.4.3 Geheugenopslag op afstand
U kunt een nieuwe radiozender in het geheugen van de besturingseenheid
opslaan zonder rechtstreeks de toetsen van de besturingseenheid te
gebruiken. U dient dan over een functionerende "OUDE" radiozender te
beschikken, die in het geheugen van de besturingseenheid is opgeslagen.
De "NIEUWE" radiozender die opgeslagen moet worden, "erft" de ken-
merken van de OUDE. Indien de OUDE radiozender in modus 1 opgesla-
gen is, wordt ook de NIEUWE in modus 1 opgeslagen. In dit geval kunt u
tijdens de opslagfase op een willekeurige toets van de twee zenders druk-
ken. Indien de OUDE radiozender in modus 2 opgeslagen is, moet u op de
OUDE radiozender de toets met de gewenste opdracht indrukken en op
de NIEUWE de toets die u aan die opdracht wilt koppelen.
Ga met de twee zenders binnen het bereik van de automatisering staan
en voer de volgende stappen uit:
Toets T1
Instructie "Alleen opening"
Toets T2
Instructie "Alleen sluiting"
Toets T3
Instructie "OPEN"
Toets T4
Instructie "OPEN"
Natuurlijk staat iedere zender op zichzelf en kunnen in dezelfde bestu-
ringseenheid sommige in modus 1 en andere in modus 2 opgeslagen
worden.
De totale geheugencapaciteit is 150 eenheden. Bij geheugenopslag in
modus 1 wordt er één eenheid voor elke zender gebruikt, terwijl dat bij
modus 2 één eenheid voor elke toets is.
Let op: omdat de procedures voor geheugenopslag aan tijd (10s)
gebonden zijn moet u eerst de aanwijzingen van de volgende
paragrafen doorlezen en daarna tot uitvoering daarvan overgaan.
Afbeelding 60
3 Controleer of het ledlampje P1 zoveel keer knippert als de tabel voor
de geselecteerde opdracht vermeldt.
4 Druk binnen 10 s tenminste 2 s op de gewenste toets van de radio-
zender die in het geheugen opgeslagen moet worden.
Indien de geheugenopslag goed verlopen is, gaat het ledlampje "P1"
3 maal langzaam knipperen.
5 Indien er voor hetzelfde type opdracht nog meer zenders opgeslagen
moeten worden, dient u binnen nog eens 10 s stap 3 te herhalen;
anderswordt de fase van geheugenopslag automatisch beëindigd.
1 Druk tenminste 5s op de toets van de NIEUWE radiozender en laat
hem dan weer los.
2 Druk 3 keer langzaam op de toets van de OUDE radiozender.
3 Druk 1 keer langzaam op de toets van de NIEUWE radiozender.
Nu wordt de NIEUWE radiozender door de besturingseenheid herkend
en neemt hij de kenmerken van de OUDE over.
Indien er nog andere zenders opgeslagen moeten worden, dient u alle
stappen voor elke nieuwe zender te herhalen.
Automatisering 1
Automatisering 1
Automatisering 2
Automatisering 3
A
B
Voorschriften WS2 21