8 Bevestig de reductiemotor met de schroeven [F] en zelfblokkerende
moeren [G] op de plaat.
9 Bevestig met behulp van de meegeleverde [H] pennen en bijbehoren-
de veiligheidsringen [I] de gebogen arm aan de rechte arm en de
beugel voor de bevestiging van de vleugel aan de gebogen arm.
H
I
10 Draai de vleugel in de stand "poort gesloten".
11 Ontgrendel de reductiemotor met de daarvoorbestemde ontgrende-
lingssleutels (zie de paragaraaf "ontgrendeling van de reductiemotor "
op pag. 34) en bevestig de beugel voor de bevestiging van de vleu-
gel aan de poort op een punt dat zo ver mogelijk van de zuil verwij-
derd is, waarbij u de armen zo ver mogelijk uittrekt (afb. 11).
12 Bevestig de beugel en gebruik daarvoor schroeven die voor het mate-
riaal van de vleugel geschikt zijn.
13 Draai de vleugel in de gewenste stand van "poort open". Plaats daar-
na de eindaanslag tegen de rechte arm [L] aan en sluit krachtig de
twee schroeven [M].
L
10 Voorschriften WS2
F
G
Afbeelding 19
H
Afbeelding 20
M
Afbeelding 21
14 Draai de schroef [N] los die de rechte arm aan de reductiemotor vast
houdt en breng de beschermende dekplaat [O] tussen de rechte arm
en borgring [P] aan. Draai de verwijderde schroef helemaal vast.
P
O
N
Afbeelding 22
15 Ontgrendel de reductiemotor.
16 Verwijder de bovenste dekplaat van de reductiemotor door met een
schroevendraaier de sluithaak binnenin de ontgrendelingsmoer weg
te duwen en de dekplaat naar boven te trekken.
17 Op WS1, steek de elektriciteitskabel door de buis tot aan de bestu-
ringseenheid van WS1C en verricht daarna de elektrische aansluitingen
waarbij u de onderstaande volgorde van de kleuren in acht neemt:
Afbeelding 23
Na afloop hiervan sluit u weer de dekplaat van de reductiemotor WS1
door dat van er van bovenaf in te steken en het tandje aan de voor-
kant vast te haken.
bruin
geel-groen
blauw