3.3.5 Elektrische aansluitingen op de besturingseenheid van WS1C
1 Verwijder de dekplaat van de reductiemotor door met een schroeven-
draaier de sluithaak binnenin de ontgrendelingsmoer weg te duwen en
de dekplaat naar boven te trekken.
Afbeelding 42
2 Steek via de daarvoor bestemde opening (op de achterzijde links van
de reductiemotor) de kabels die voor het aansluiten van de verschillen-
de inrichtingen nodig zijn. Laat een lengte van tenminste 40-50cm van
de kabels over.
Afbeelding 44
KS1
B
geel-groen
blauw
bruin
3 Gebruik afbeelding 43 als voorbeeld om de laagspanningsaansluiting
van de diverse inrichtingen op de klemmetjes van de besturingseen-
heid tot stand te brengen.
• De klemmetjes hebben dezelfde kleur als de daarbijhorende inrichtin-
gen. Zo moet het grijze klemmetje (OPEN) van de schakelaar KS1 op
het grijze klemmetje (OPEN) van de besturingseenheid aangesloten
worden.
• Bij bijna geen enkele verbinding behoeft u op de polariteit te letten.
Alleen bij de afgeschermde antennekabel moet u de middenkern en
het scherm aansluiten zoals dat op detail A aangegeven is, terwijl u de
kabel van de tweede WS1 (motor M1) moet aansluiten zoals dat op B
te zien is.
• Denk eraan dat de besturingseenheid van WS1 om te voorkomen dat
de twee vleugels vastlopen, bij het openen eerst de motor M2 (de
eigen motor) en daarna de motor M1 (die van WS1) aanstuurt, terwijl
bij het sluiten het tegenovergestelde gebeurt. Vergewis u er verder van
dat op het klemmetje M1 (het buitenste) die motor aangesloten is wel-
ke de op de mechanische stop rustende vleugel in werking stelt, en op
klemmetje M2 de bovenste vleugel; zo niet dan dient u klemmetjes M1
en M2 te verwijderen en die met elkaar te verwisselen
• Indien er één enkele motor gebruikt wordt (poort met slechts één vleu-
gel) moet u die op klemmetje M2 aansluiten, terwijl u klemmetje M1 vrij
laat.
PH1
A
WS1C
M2
Afbeelding 43
FL1
PH1
WS1
M1
Voorschriften WS2 13