8.5
Stabiliteitscriteria bij de afstelling
Bij de afstelling wordt de celspanning op stabiliteit gecontroleerd. Deze controle werkt volgens de
volgende criteria:
Steeds de laatste meetwaarde wordt tussentijds opgeslagen. Als de volgende waarde buiten de
tolerantie ligt, wordt de interne timer gereset en de nieuwe waarde tussentijds opgeslagen. Dit
betekent dus dat, als de timer niet is gereset, de waarde stabiel is. Hiermee wordt de laatste
gemeten waarde na afloop van de timer (2 min.) gebruikt voor de berekening van de constanten
resp. steilheid.
8.6
mA-uitgang reactietijd
De reactietijd van de mA-uitgang, bij een verandering van de O
minder dan 200 ms.
8.7
Uitbreidingsmodulee
Optioneel is de besturingseenheid ook leverbaar met verschillende interfaces (RS-232, RS-485,
HART, veldbus). Mocht u een van deze opties hebben besteld, dan wordt bij de levering een
apart handboek/aparte specificatie voor deze interface meegeleverd.
8.8
Onderhoudsinterval
In het algemeen zijn de uit te voeren onderhoudswerkzaamheden evenals het noodzakelijke
onderhoudsinterval altijd afhankelijk van de rook- of procesgasomstandigheden waarin de
analysatoreenheid is gemonteerd. Daarom kan het juiste onderhoudsinterval variëren van enkele
maanden tot enkele jaren. De analysatoreenheid moet minstens een keer per jaar op corrosie en
slijtage worden gecontroleerd. Afhankelijk van de condities van het rookgas moet dit interval
worden ingekort of verlengd.
De grootste beïnvloedende factoren zijn de aanwezigheid van corrosieve bestanddelen zoals SO
of HCl, een aanhoudende reducerende atmosfeer (verminderde zuurstofconcentratie, verhoogde
concentratie van brandbare zaken) en de aard van de vaste bestanddelen in het meetgas. Deze
kunnen de volgende gevolgen hebben: een chemische of mechanische vernietiging van de
analysatoreenheid, een verstopping van het filterelement of een versnelde veroudering van de
sensor. Hierdoor kunnen de meetwaarden worden vervalst en kan de responsietijd worden
verhoogd, wat achteraf tot een onjuiste procesbewerking kan leiden.
Om deze redenen wordt een sensorcontrole met testgas en testlucht om de zes maanden
aanbevolen. Bij een significante afwijking tussen de verkregen waarden en de verwachte
waarden moet een 2-puntsafstelling worden uitgevoerd. Er moet ten minste jaarlijks een visuele
controle aan de analysatoreenheid worden uitgevoerd, waarbij zo nodig ook het filterelement
wordt gereinigd.
In afwijking van deze aanbevelingen moet de exploitant voor zijn proces en meetlocatie een
geschikt onderhoudsinterval definiëren dat passend is voor het veiligheidsbelang van de meting
en de omstandigheden van het proces.
8026732/1AD2/V2-0/2023-11 | SICK
Wijzigingen en correcties voorbehouden
Service en onderhoud
-cel ingangsspanning bedraagt
2
GEBRUIKSAANWIJZING | ZIRKOR200
8
2
51