4
Plaatsing en montage geleidebuis
4.1
Lengte geleidebuis
Geldt alleen voor variant A "Vaste installatie"
A 27.
Geleidebuis inkorten en ontbramen. Hiervoor eerst de referentiemaat L bepalen (zie
afbeeldingen 10 en 11).
Afb. 10 Bepaling van de geleidebuislengte L
De lengte van de geleidebuis L
boringen aan de geleidebuishouder) min 310 mm.
[L
= L -
310
mm]
R
Voorbeeld: berekende maat L = 4310 mm.
L
= 4310 mm -
310
mm =
R
Lengte geleidebuis =
4000
A 28.
Het uiteinde van de geleidebuis moet de wig vastgelast worden, zie afbeelding (12/4a). De
lasnaden moeten vervolgens secuur gepleisterd worden.
NL 5670-01
67
uitvoering L + M
R
komt voort uit de maat L (oplage koppelingsstuk tot middenas van de middelste
R
4000
mm
mm
67
Afb. 11 Bepaling van de geleidebuislengte L
uitvoering LX
R
15