4.1
BESCHRIJVING
Algemene beschrijving van functies en
onderdelen.
De machine wordt gewoonlijk bediend vanaf het platform.
De bedieningskast kan echter worden losgekoppeld van de
platformlocatie en (in noodgevallen) worden aangesloten op
de verdeelkast in de kleppenruimte van de machine.
Op het bedieningspaneel bevindt zich een noodstopknop,
die door indrukken wordt geactiveerd en waarmee alle func-
3122607
HOOFDSTUK 4. MACHINEBEDIENING
Scheefstandschakelaar
– JLG Hoogwerker –
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING
ties, behalve neerlaten bij noodgevallen, worden uitgescha-
keld.
De machine is uitgerust met een claxon. De claxon wordt
geactiveerd met een drukknop op het bedieningspaneel. De
machine is tevens uitgerust met een geluidsalarm, dat auto-
matisch wordt geactiveerd, wanneer er met de machine
wordt gereden.
Het toelaatbare machinebedrijf valt binnen de volgende
bepaalde tolerantielimieten, die worden gecontroleerd en
geregeld door afslagschakelaars:
Met de machine kan niet worden geheven of in geheven
stand worden gereden als deze zich op een helling bevindt
die steiler is dan 3°. De hellingshoek wordt gemeten door
een scheefstandschakelaar, waarmee de heffunctie en het
rijden in geheven stand worden uitgeschakeld. In zo'n situa-
tie is neerlaten nog wel mogelijk. De scheefstandschakelaar
wordt geactiveerd wanneer het platform ca. 1 m (3.2 ft) wordt
geheven.
De scheefstandschakelaar schakelt de hef-, rij- en stuurfunc-
ties uit als de machine een kantelhoek (helling) van meer
dan 3° bereikt en het platform 1 m (3.2 ft) geheven is. In zo'n
situatie is neerlaten de enigst mogelijke functie.
4-1