9
Koeltechnische
aansluiting
9.1 Aansluiting van de
koudemiddelleidingen
n
De buitenunit en de binnenunit worden met
twee koperen leidingen (koperbuis van koel-
kastkwaliteit) met een diameter van 3/8" = 9,5
mm en 5/8" = 15,88 mm verbonden (REMKO-
accessoires).
n
Let bij het buigen van de koelmiddelleidingen
op de buigradius, om te voorkomen dat de
buizen dichtknikken. Buig een buis nooit twee
keer op dezelfde plaats om broosheid en
scheuren te voorkomen.
n
Let bij het trekken van de koelmiddelleidingen
op een goede bevestiging en isolatie.
n
Om de koperbuizen op de modules te kunnen
aansluiten moeten deze worden omgeflensd.
Let daarbij op een correcte vorm van de flens
en de passende wartelmoeren (meegeleverd)
(Afb. 52 tot Afb. 54).
2
Afb. 52: Ontbramen van de koudemiddelleiding
1: Koudemiddelleiding
2: Ontbramer
1
Afb. 53: Omfelsen van de koudemiddelleiding
1: Felsgereedschap
Afb. 54: Correcte felsvorm
Koperen buis bui-
tendiameter
3/8" = 9,5 mm
5/8" = 15,88
1
Aansluitdiameter ø A
12,4 - 12,8 mm
21,9 - 22,3 mm
51