Belichting instellen (LW-correctie)
U kunt de algehele helderheid van de opname aanpassen.
Met deze functie kunt u opzettelijk over- of onderbelichte opnamen maken.
1
Druk op de MENU-knop in de opnamestand.
4
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [LW-correctie] met de
vierwegbesturing (23).
3
Wijzig de LW-instelling met de
vierwegbesturing (45).
Voor een lichtere opname stelt u een positieve (+)
waarde in. Voor een donkerdere opname stelt u
een negatieve (–) waarde in.
U kunt een belichtingscorrectiewaarde kiezen
tussen –2,0 en +2,0 LW in stappen van 1/3 LW.
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Als u de LW-instelling aanpast, is de lichtmeting bij automatische belichting
centrumbenadrukte meting of spotmeting.
86
4
2, 3
1
De belichtingscorrectiewaarde opslaan
Opnemen
Opnamepixels
MENU
Kwaliteitsniveau
Witbalans
AF-veld
Autom. belicht.
Gevoeligheid
Einde
MENU
Opnemen
Belicht.correctie
Video
Digitale zoom
AF Hulplicht
Momentcontrole
Geheugen
Einde
MENU
1
blz. 96
5
M
AWB
AUTO
±0.0
1 sec
1 sec