De knopfuncties gebruiken
3
Opnamestand
Snel/i knop
1
Hiermee activeert u de Groene stand, de makkelijkste manier om opnamen te
maken. (1blz. 49)
U kunt een andere functie toewijzen aan de Snel-knop door [Snel-knop] in het
menu [A Opnemen] te selecteren. (1blz. 92)
w/x Zoomknop
2
Hiermee wijzigt u de grootte van het onderwerp. (1blz. 28)
Q Weergaveknop
3
Hiermee activeert u de weergavestand. Als u opnieuw op de knop drukt, keert
u terug naar de opnamestand. (1blz. 30)
Vierwegbesturing (425)
4
Hiermee wijzigt u de scherpstelfunctie als volgt. (1blz. 72)
(q5)
Macrofunctie (1blz. 72)
Panoramafunctie (1blz. 72)
Handmatige scherpstelling (1blz. 72)
(g2) Hiermee selecteert u de functies zelfontspanner, continue-opname en
afstandbediening.
b
4
(
) Hiermee wijzigt u de flitsfunctie. (1blz. 75)
OK/Weergaveknop
5
Hiermee wijzigt u de informatie die op de LCD-monitor verschijnt. (1blz. 46)
MODE-knop
6
Hiermee geeft u het opnamefunctiepalet weer. (1blz. 43)
MENU-knop
7
Hiermee geeft u de menu's [A Opnemen] en [B Instellen] weer. (1blz. 38)
34
1
2
3
4
5
6
7
Super Macro-functie (1blz. 72)
Oneindig-landschapfunctie (1blz. 72)
AF-veldfunctie (1blz. 72)