De in de diagnosemodus geselecteerde parameter
is als volgt te zien:
- In het gedeelte waar normaal de snelheid en
alarmsignalen worden weergegeven, knippert
het nummer van de parameter
- De feitelijke waarde wordt weergegeven in het
gebied waar normaal de bedrijfsurenmeter wordt
weergegeven.
Met name wanneer de geselecteerde parameter is:
Analoge invoer:
in
parameterwaarde zichtbaar in
de eenheden volgens tabel 11.
Digitale invoer:
als
bestuurder overeenkomt met
de geselecteerde parameter
wordt
weergegeven.
Anders verschijnt het symbool
'e'
volgende situatie:
- Stoelschakelaar actief bij
elke
invoer.
Om de diagnosemodus te verlaten, drukt u opnieuw
op de ENTER-toets.
LET OP: Als een alarm optreedt wanneer de
diagnosemodus is ingeschakeld en het systeem in
normaal bedrijf is, keert het display automatisch
terug naar de standaard weergavemodus.
U kunt echter opnieuw naar de diagnosemodus
gaan door de ENTER-toets gedurende 3 seconden
ingedrukt te houden tot de laatst weergegeven
parameter weer verschijnt.
Als de geselecteerde parameter een temperatuur is,
wordt ook het alarmsymbool voor een te hoge
temperatuur
weergegeven.
het
display
is
de
opdracht
van
de
waarde
ervan
(fout),
behalve
in
geselecteerde
digitale
Onderste rol vorkenbod afstellen
1. Zet de hefmast verticaal.
2. Breng het vorkenbord volledig omlaag.
3. Op modellen met volledig vrij heffen en volledig
vrije drietraps-hefmodellen, moet de onderzijde
van de binnenmast gelijk zijn met de onderzijde
van de vaste hefmast.
de
de
de
4. Meet de juiste afstand van de onderkant van
binnenste hefmast tot de onderkant van de
vorkenbordroller..
5. De gemeten waarde (A) moet voldoen aan de
onderstaande tabel.
Uitsteekmaat onderste rol vorkenbord(A)
Standaardmast
-6
95
Hoofdstuk Onderhoud
BINNENMAST
Uitsteekmaat
onderste rol
vorkenbord
FF-mast
FFT-mast
8
8