9. Controleer de behuizing van de aandrijfas en
de vloer op olielekkages. Zie "Aandrijfasolie" in
het hoofdstuk "Indien nodig" als u een olielek
aantreft.
10. Verstel de bestuurdersstoel.
11. Verstel het stuurwiel in een comfortabele stand.
12. Zet de schakelaar vooruit/achteruit in de stand
NEUTRAAL.
13. Zet het contact aan.
14. Controleer
ladingstoestand van de accu's. Een volledig
opgeladen accu wordt op het LCD-display
weergegeven.
15.
Controleer de werking van de parkeerrem, de
bedrijfsrem, de bedieningsorganen en andere
apparatuur waarmee de heftruck is uitgerust.
103
Hoofdstuk Onderhoud
op
het
LCD-display
de