FD-3
De functiedecoder programmeren
Vanuit de centrale kunt u, zonder ingrepen aan het voertuig de
volgende instellingen van de decoder uitvoeren:
1.
Decoderadres
2.
Toewijzing van de functie-uitgangen aan de functietoetsen
3.
Dimmen van de functie-uitgangen
4.
Kickfunctie van de functie-uitgangen
Zo komt u in de programmeermode
Plaats het voertuig op de programmeerrails of de modelbaan en doe
een reset op de centrale (door het gelijktijdig lang indrukken van de
toetsen „stop"en „go"). Zet de functie „function" van de centrale op
„off". Stel nu adres "78" in op de centrale.
!
Let op:
Om in de programmeermode te komen, moet altijd het adres "78"
ingevoerd worden, ook als er al een ander decoderadres is opgeslagen.
Wanneer u het voertuig voor het programmeren op de modelbaan zet,
neem dan andere voertuigen met een online te programmeren decoder
van de rails, daar deze anders ook geprogrammeerd worden.
Druk vervolgens op de "stop" toets van de centrale. Zet dan de regelaar
in de rijrichtingomkeerstand en houd deze daar. Druk kort op de "go"
toets. Zodra de lampen van het voertuig knipperen (na ca. 2 seconden),
bevindt u zich in de programmeermode en kunt u de omkeerschakelaar
loslaten.
Aanwijzing: Bij enkele centrales is het niet mogelijk, in het Motorola-
II-format in de programmeermode te komen (b.v. Intellibox** van de
firma Uhlenbrock). Bij deze centrales moet alleen voor adres „78" het
Motorola-I-format worden ingesteld, om in de programmeermode te
komen. Nadat de decoder in de programmeermode is gezet, moet deze
op het Motorola-II-format worden teruggezet.
Nederlands
Pagina 77