Nederlands
het weg. Dan wacht u nog een moment, totdat het achtergebleven
soldeertin goed is doorgelopen alvorens de soldeerstift van de
soldeerplek weg te halen.
§
Beweeg het de zojuist gemaakte soldering gedurende 5 seconden
niet. Er blijft dan een glanzende correcte soldeerplek achter.
§
Voorwaarde voor een correcte soldeerplek en goed solderen is een
schone en niet geoxideerde soldeerstift. Strijk daarom voor elke
soldering het overtollige soldeertin en het vuil weg met een
vochtige spons, een dikke vochtige doek of een siliconendoek.
§
Controleer na het solderen (het beste met een loep), of niet per
ongeluk printbanen met tin zijn overbrugd. Dit kan niet alleen
leiden tot een verkeerde werking, maar ook tot beschadiging van
deze onderdelen. U kunt overvloedig soldeertin met een schone
soldeerstift opnieuw vloeibaar maken. De tin vloeit dan van de print
naar de soldeerstift.
De functiedecoder inbouwen
Kijk goed naar het aansluitplan fig. 1.
Open de kap van het voertuig. Bepaal de plaats, waar u de decoder wilt
inbouwen.
Soldeer de van de railstroomafnemers komende draden aan de punten
X1 en X2. Het maakt niet uit welke draad aan welke aansluiting wordt
gesoldeerd.
Aan sluiten van de verlichting en overige extra apparaten
Verwijder eventueel aanwezige diodes in de toevoerleidingen naar de
lampen.
Sluit de lampen en de andere extra apparaten aan op de gewenste
functie-uitgangen (X5 tot X8). De toewijzing van de functie-uitgangen
aan de functietoetsen geschiedt tijdens het programmeren.
Wanneer de retourleiding van de aan te sluiten lampen of de aan te
sluiten extra apparaten al met de voertuigmassa is verbonden, is het
Pagina 74
FD-3