De ISO-snelheid wijzigen voor foto's
Stel de ISO-snelheid in op [AUTO] voor automatische aanpassing aan
de opnamemodus en -omstandigheden. Anders stelt u een hogere
ISO-snelheid in voor hogere gevoeligheid of een lagere waarde voor
lagere gevoeligheid.
Kiezen voor een lagere ISO-snelheid levert wel scherpere beelden op,
z
maar onder bepaalde opnameomstandigheden neemt de kans op een
onscherp onderwerp en bewogen beelden toe.
De keuze voor een hogere ISO-snelheid zal de sluitertijd verhogen, wat
z
onscherpe en bewogen onderwerpen kan verminderen en ervoor zorgt dat
onderwerpen op grotere afstand voldoende worden belicht door de flitser.
Foto's kunnen er echter wel korrelig uitzien.
U kun de ISO-snelheid instellen op H (25600) door [Maximum] voor
z
[ISO-snelh.bereik] in te stellen op [H (25600)].
z
Het ISO-snelheidsbereik wijzigen
U kunt instellen welk ISO-snelheidsbereik met de hand kan worden
ingesteld (minimum- en maximumgrenzen).
1
Knop
→ [ ] → kies een optie
1
[
ISO-snelheidsinst.] →
[ISO-snelh.bereik]
125