9.4.3
Ventilatorstand instellen
Opmerking
–
–
6
4
Afb. 33:
Bedrijfsmodus ventilatorstand selecteren
Afb. 34:
Functie "Ventilatorstanden"
Afb. 35:
Ventilatorstand "AUTO"
Opmerking
De werkwijze van de ventilatorstanden kan worden geparametreerd.
Als de parameter "Fan-coil" niet is geparametreerd, is deze functie inactief.
zie hoofdstuk 11.4 "Applicatie 'RTR'" op pagina 82
Producthandboek 2CKA002273B9679
De volgende afbeelding toont een voorbeeld-configuratie.
De functie kan individueel op een van de impulsdrukkers worden
geparametreerd.
°C
°C
Au to
ECO
0
5
1. Toets [4] indrukken om de gewenste
ventilatorafstand in te stellen.
1
Functie "Ventilatorstanden"
2. Wissel tussen de
ventilatorinstellingen met de toets [1]
of [6].
Voor de handmatig bepaalde
ventilatorinstelling kan worden gekozen
uit 5 standen.
–
De ingestelde ventilatorstand wordt
overgenomen door time-out na niet-
bediening of door opnieuw op de
toets [4] te klikken.
–
De handmatig ingestelde
ventilatorstand wordt in de weergave
voor ingestelde waarden op het
display rechtsonder aangegeven.
–
De ingestelde ventilatorstand wordt
automatisch opgeslagen.
In de stand "AUTO" wordt de
ventilatorstand door de besturing van het
apparaat gekozen.
Bediening
│54