11.8.1.2
Cyclustijd voor verzenden van werkelijke temperatuur
Opties:
De werkelijke temperatuur (ruimtetemperatuur) wordt cyclisch naar de bus verzonden.
Met de parameter wordt het tijdsinterval vastgelegd waarin de gemeten ruimtetemperatuur naar
de gekoppelde RTR wordt verzonden.
11.8.1.3
Temperatuurverschil voor verzenden binnen cyclustijd *0,1K
Opties:
Als de temperatuur binnen de ingestelde cyclustijd snel oploopt of daalt, kan het zinvol zijn om
de werkelijke temperatuur extra te verzenden.
Met de parameter kan de wijzigingswaarde worden ingesteld vanaf welke de werkelijke
temperatuur tijdens de cyclustijd wordt verzonden (instelwaarde x 0,1 kelvin = ∆T).
Opmerking
De "Cyclustijd voor verzenden van werkelijke temperatuur" start opnieuw nadat
de werkelijke temperatuur op grond van een overschrijding van het ingestelde
temperatuurverschil is verzonden.
Opmerking
De parameter kan alleen worden ingesteld, als de parameter "Meetwaarden
verzenden" op "Cyclisch en bij waardewijziging" ingesteld is.
11.8.1.4
Offset temperatuursensor (x 0,1°C)
Opties:
Als de gemeten temperatuur door externe invloeden vervalst wordt of als het apparaat op een
plek gemonteerd is, waar constant te hoog of te laag gemeten wordt, kan een
aanpassingswaarde van de temperatuurmeting worden ingesteld.
Met de parameter wordt de aanpassingswaarde ingesteld. De montageplek van de
temperatuursensor en de juiste parameterinstellingen zijn bepalend voor een goede
temperatuurmeting.
Producthandboek 2CKA002273B9679
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Instelmogelijkheid van 00:00:25 tot 01:30:00 (hh:mm:ss)
Instelmogelijkheid van 1 tot 255
Instelmogelijkheid van -127 tot 127
Applicatie "Temperatuur"
│285