<Plafond>
(1-3) Zet de unit neer op de manier zoals deze gemonteerd zal gaan worden.
(Zie 4.VOORBEREIDINGEN VOOR INSTALLATIE-(1) .)
(1-4) Controleer of de unit waterpas hangt.
VOORZORGSMAATREGELEN
• De binnenunit is voorzien van een ingebouwde afvoerpomp met
vlotterschakelaar. Controleer met een waterpas of slangwater-
pas of de apparaat zuiver horizontaal opgehangen is.
(Wanneer de apparaat schuin wordt opgehangen om te voorko-
men dat condensaat wegstroomt, zal de vlotterschakelaar niet
goed werken, waardoor water uit de apparaat kan druppelen.)
(1-5) Verwijder de montagehulp voor de borgring (7)
(1-6) Verwijder de aftekenmal (5).
(2) Bestaande plafonds
(2-1) Hang de binnenunit voorlopig op hoogte.
• Bevestig de ophangbeugel aan de ophangbout. Zorg ervoor dat de verbinding deugdelijk is en
plaats zowel onder als boven de ophangbeugel vulringen. Het vulringmontageplaatje (7) voorkomt
dat de vulring kan vallen.
Moer (niet meegeleverd)
Borgring (3)
(gemonteerd)
Aandraaien
(en borgen met tweede moer)
[De ophangbeugel bevestigen]
(2-2) Stel de hoogte en de positie van de unit af.
(Zie 4.VOORBEREIDINGEN VOOR INSTALLATIE-(1) .)
(2-3) Voer de stappen (1–4) en (1–5) van de paragraaf(1) Nieuwe plafonds uit.
8
Bouten (6)
(gemonteerd)
[Monteren van de aftekenmal]
Ophangbeugel
Afb. 11
Aftekenmal (5)
(gemonteerd)
Bouten (6)
(gemonteerd)
Afb. 9
Waterpas
Montagehulp voor borgring (7)
[De borgring bevestigen]
Waterslang
[Horizontaal houden]
Afb. 10
Schuiven
(gemonteerd)
Afb. 12
Nederlands