Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kenmerken Schouwaansluiting Voor Heatmaster En Watermaster Toestellen; Hoofdkenmerken - ACV Prestige 24 Solo Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Prestige 24 Solo:
Inhoudsopgave

Advertenties

EN

KENMERKEN SCHOUWAANSLUITING VOOR HEATMASTER EN WATERMASTER TOESTELLEN

TYPE SCHOUWAANSLUITING - HEATMASTER C EN TC, EN WATERMASTER
Het is verplicht om ACV rookgasmateriaal te gebruiken dat met het toestel is gekeurd.
FR
B23P : : Aansluiting op een rookgasafvoerkanaal dat met positieve druk werkt.
B23
: Aansluiting op een rookgaskanaal dat buiten de installatieruimte uitmondt, en waarin de verbran-
dingslucht wordt verzameld in de ruimte.
C13(x) : Aansluiting door buizen voor een horizontale muurdoorvoer die simultaan verse verbrandings-
lucht binnenlaten voor de brander en de verbrandingsgassen afvoeren door openingen die ofwel
NL
concentrisch zijn ofwel voldoende dicht naast elkaar liggen in eenzelfde drukzone, dit wil zeggen,
de openingen moeten passen binnen een vierkant van 50 cm voor ketels tot 70 kW en binnen een
vierkant van 100 cm voor ketels boven 70 kW.
C33(x) : Aansluiting door buizen voor een verticale dakdoorvoer die simultaan verse lucht binnenlaten voor
de brander en de verbrandingsgassen afvoeren door openingen die ofwel concentrisch zijn ofwel
voldoende dicht naast elkaar liggen in eenzelfde drukzone, dit wil zeggen, de openingen moeten
ES
passen binnen een vierkant van 50 cm voor ketels tot 70 kW en binnen een vierkant van 100 cm
voor ketels boven 70 kW.
C43(x) : Aansluiting met twee buizen op een collectief buizensysteem waarop meer dan één toestel aan-
gesloten is; dit collectief buizensysteem bestaat uit twee buizen, die aangesloten zijn op een door-
voer die simultaan verse lucht voor de brander aanvoert en de verbrandingsgassen afvoert door
concentrische openingen of openingen die voldoende dicht bij elkaar liggen om een gelijkaardige
IT
luchtdoorvoer aan te kunnen. C43(x) ketels zijn geschikt voor een schoorsteen met natuurlijke trek.
C53(x) : Aansluiting op afzonderlijke buizen voor de toevoer van verbrandingslucht en afvoer van verbran-
dingsgassen; deze buizen kunnen in verschillende drukzones uitkomen, maar het is niet toege-
staan om te worden geïnstalleerd op tegenovergestelde muren van het gebouw.
C63(x) : Keteltype C voor aansluiting op een systeem voor luchttoevoer voor de verbranding en de afvoer
DE
van verbrandingsproducten dat afzonderlijk wordt goedgekeurd en verkocht. (Verboden in en-
kele landen (b.v. België) - Volg de geldende lokale normen en voorschriften). Buizen voor
de toevoer van verbrandingslucht en voor de evacuatie van de verbrandingsproducten mogen
niet worden geïnstalleerd op tegenovergestelde muren van het gebouw. Zie ook de volgende
aanvullende specificaties:
Maximaal toelaatbaar onderdruk is 200 Pa.
PL
Maximaal toelaatbare drukverschil tussen verbranding luchtinlaat en rookgasuitlaat (met inbe-
grip van wind druk) is: 95 Pa (HM 25 TC/25 C, WM 25), 130 Pa (HM 35-45 TC, WM 35-45), 110 Pa
(HM 70 TC, WM 70), 160 Pa (HM 85 TC, WM 85) en 170 Pa (HM 120 TC, WM 120).
Condens afvoer via toestel is toegestaan.
maximale toegestane recirculatie is 10% onder windomstandigheden.
C83(x) : Aansluiting op een systeem met enkel of dubbel kanaal. Dit systeem bestaat uit een schouw met
RU
normale uitgang voor de afvoer van de rookgassen. Het toestel is ook verbonden met een tweede
kanaal met doorvoer dat van buiten het gebouw verse lucht aanvoert naar de brander. Gelieve
uw ACV-vertegenwoordiger te contacteren om de meters van rookgassen buizen te kennen die
kunnen worden gebruikt om verbinding te maken met het/de toestel(s).
C93(x) : Aansluiting via een individueel systeem, waarvan de rookgasafvoer in een rookgaskanaal ge-
bouwd is die deel uitmaakt van het gebouw; het toestel, de rookgasafvoer en de doorvoer zijn als
één systeem gecertificeerd. Minimale diameter voor de verticale verbrandingslucht toevoer is 100
mm.
De configuratie C93 maakt het mogelijk om gebruik te maken van een bestaande schouw. De
verbrandingslucht ontsnapt langs de ruimte tussen de pijpen en de schouw. Men dient wel
de bestaande schouw vóór de installatie grondig te reinigen, in het bijzonder als er roet- en
teerresten zijn. Bovendien moet, om de verbrandingslucht door te laten, een ruimte worden
vrijgehouden die vergelijkbaar is met de normale ruimte bij concentrische buizen of andere
luchttoevoerbuizen.
nl
4-6

Hoofdkenmerken

concentrisch mm
Schouwka-
naal Ø
parallel
Max. drukverlies
schouwkanaal
Max.
aanbeloven
lengte
concentrisch
schouwkanaal
(equivalente lengte in meters
rechte leidingen) * Ø 80/125, incl.
doorvoer
Max.
aanbeloven
lengte
concentrisch
schouwkanaal
(equivalente lengte in meters
rechte leidingen) * Ø 100/150, incl.
doorvoer
Max. aanbeloven lengte
(equivalente lengte in meters
rechte leidingen) *
Mogelijke schouwaanslui-
tingstypes
* Zie volgende pagina voor de bepaling van de lengte schouwkanaal.
** Een optionele accessoire is nodig voor een schouwaansluiting C53 van de HeatMaster 25C, HeatMaster TC of WaterMaster toestellen.
B
23
De handleiding van de installateur - ACVMax : A1004308 - 660Y2900 - Deel 4 • B
HM 25 C
HM 35 C
HM 45 C
HM 25 C
WM 35
WM 45
WM 25
80/125
80/125
80/125
mm
80/80
80/80
80/80
Pa
95
130
130
van
60
39
22
van
130
90
53
Paral.
Flex
Paral.
Flex
Paral.
Flex
Paral.
Ø 80
Ø 80
Ø 80
Ø 80
Ø 80
Ø 80
Ø 100
Ø 100
56
26
37
17
19
9
76
B23 - B23P - C13(x) - C33(x) - C43(x) - C53(x)** - C63(x) - C83(x) - C93(x)
De ventilatie van de stookruimte is verplicht. De afmetingen van de
bovenverluchting of onderverluchting zijn afhankelijk van het vermogen
van het toestell en het volume van de stookruimte. Volg de geldende
plaatselijke voorschriften.
C
33
C
B
C
33
23P
93
HM 70 C
HM 85 C
HM 120 C
WM 70
WM 85
WM 120
100/150
100/150
100/150
100/100
100/100
100/100
110
160
170
20
19
18
Flex
Paral.
Flex
Paral.
Flex
Paral.
Flex
Ø 100
Ø 100
Ø 100
Ø 100
Ø 100
Ø 100
34
17
8
17
8
9
4
C
C
43
43
C
C
C
43
43
13
C
C
C
43
43
53

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave