1. Pen van rolbeugel
3.
Breng de bovenste rolbeugel omhoog tot de
openingen in de rolbeugel uitgelijnd zijn met de
draaibeugels
(Figuur
1. Pen van rolbeugel
2. Bovenste opening van
draaibeugel (onderste
frame van rolbeugel)
4.
Steek de pennen van de rolbeugel door de
bovenste openingen van de draaibeugels en de
bovenste rolbeugel
5.
Bevestig de pennen van de rolbeugel met de
R-pennen aan de draaibeugels
Starten van de motor
Belangrijk:
Als u de motor voor de eerste keer
start, de motor is gestopt omdat hij niet genoeg
brandstof heeft of u onderhoudswerkzaamheden
heeft uitgevoerd aan het brandstofsysteem, moet
u het brandstofsysteem ontluchten voordat u de
motor start; zie
Brandstofsysteem gebruiksklaar
maken (bladz.
46).
Figuur 22
23).
Figuur 23
3. Borgpen
4. Bovenste rolbeugel
(Figuur
23).
(Figuur
Belangrijk:
een startbeveiliging, zie
dodemansinrichtingen (bladz.
1.
Stel de parkeerrem in werking, zet het
tractiepedaal in de N
ervoor dat de schakelaar van de maaiaandrijving
op U
2.
Draai het sleuteltje naar de stand
INLAATVERWARMER
g290636
Opmerking:
motor voorverwarmen
in het InfoCenter. Wacht tot het pictogram voor
indicator motor voorverwarmen niet langer wordt
weergegeven.
1. Sleutel
2. Contactschakelaar
3. Uitschakelen
g290635
3.
Draai het contactsleuteltje naar de stand Starten.
Wanneer de motor start, laat u het sleuteltje los
naar de stand inlaatverwarmer/lopen.
Belangrijk:
langer dan 15 seconden draaien.
4.
Laat de motor op een laag stationair toerental
lopen totdat deze is opgewarmd.
De motor afzetten
23).
Belangrijk:
lopen voordat u deze afzet of nadat de machine
volledig belast is gebruikt. Hierdoor kan de
turbocompressor afkoelen voordat u de motor
afzet. Indien u nalaat om de motor stationair te
laten lopen, kan de turbocompressor beschadigd
raken.
1.
Zet het tractiepedaal in de N
zet de schakelaar van de maaiaandrijving uit,
stel de parkeerrem in werking en breng de
maai-eenheden omlaag.
25
Deze machine is voorzien van
Leren werken met de
EUTRAALSTAND
staat.
IT
/
.
LOPEN
Het pictogram voor indicator
Figuur 24
4. Inlaatverwarmer/lopen
5. Starten
Laat de motor bij het starten
Laat de motor 5 minuten stationair
23).
, en zorg
wordt weergegeven
g290335
,
EUTRAALSTAND