Onderhoud van het
luchtfilter
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Reinig
het schuimelement van de filter
en controleer het papieren
element op beschadiging (doe
dit vaker in stoffige of zanderige
omstandigheden).
Om de 100 bedrijfsuren—Het papieren
luchtfilterelement vervangen (doe dit vaker in
stoffige of zanderige omstandigheden).
Het luchtfilter controleren
1.
Controleer de luchtfilterbehuizing op
beschadigingen die een luchtlek zouden kunnen
veroorzaken. Controleer of het deksel van de
luchtfilterbehuizing helemaal afsluit
Opmerking:
Beschadigde luchtfilterdeksels of
-behuizingen moet u vervangen.
Figuur 16
1. Luchtfilterbehuizing
2. Luchtfilterelement
2.
Open de sluitingen waarmee het deksel van het
luchtfilter is bevestigd aan de luchtfilterbehuizing
(Figuur
16).
3.
Maak het luchtfilterdeksel los van de
luchtfilterbehuizing, en reinig de binnenkant van
het deksel
(Figuur
4.
Schuif het luchtfilterelement voorzichtig uit de
luchtfilterbehuizing.
Opmerking:
Om te voorkomen dat er veel
stof vrijkomt, mag u het filter niet tegen de
luchtfilterbehuizing slaan.
5.
Controleer het luchtfilterelement.
(Figuur
3. Luchtfilterdeksel
16).
•
Als het luchtfilterelement schoon is, monteert
u het filterelement; zie
monteren (bladz.
•
Als het luchtfilterelement beschadigd is,
vervang dan het filterelement; zie
vervangen (bladz.
Luchtfilter vervangen
1.
Verwijder het luchtfilterelement; zie
controleren (bladz.
2.
Controleer of het nieuwe filter niet is beschadigd
door het transport ervan.
Opmerking:
filter dat moet aansluiten.
Belangrijk:
worden gemonteerd.
16).
3.
Monteer het nieuwe luchtfilter; zie
monteren (bladz.
Het luchtfilter monteren
Belangrijk:
voorkomen, mag u de motor nooit laten lopen
zonder dat het complete luchtfilter is gemonteerd.
Belangrijk:
Een beschadigd element mag niet
worden gebruikt.
Opmerking:
luchtfilterelement te reinigen omdat dit kan leiden tot
beschadiging van de filtermedia.
1.
Reinig de opening van de vuiluitlaat op het
deksel van het luchtfilter.
g002097
2.
Verwijder de rubberen uitlaatklep van het deksel,
maak de holte schoon en plaats de klep terug.
3.
Steek het luchtfilterelement in de
luchtfilterbehuizing
Opmerking:
juiste wijze is afgesloten door de buitenring van
het filter aan te drukken als u het filter monteert.
Druk niet op het flexibele midden van het filter.
4.
Lijn het deksel van het luchtfilter uit met de
luchtfilterbehuizing
5.
Bevestig het deksel met de vergrendelingen aan
de behuizing
22
Het luchtfilter
22).
22).
22).
Controleer het uiteinde van het
Een beschadigde filter mag niet
22).
Om schade aan de motor te
Het wordt afgeraden het gebruikte
(Figuur
16).
Zorg ervoor dat het filter op de
(Figuur
16).
(Figuur
16).
Luchtfilter
Het luchtfilter
Het luchtfilter