Bougies controleren
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
1.
Bekijk de binnenkant van de bougies
24). Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt
de motor naar behoren. Een zwarte laag op de
isolator duidt meestal op een vuil luchtfilter.
Figuur 24
1. Centrale elektrode met
isolator
2. Massa-elektrode
Belangrijk:
Bougies altijd vervangen bij
een zwarte laag op de bougie, versleten
elektroden, een vettige laag op de bougie of
scheuren.
2.
Controleer de afstand tussen de centrale
elektrode en de massa-elektrode
Verbuig de massa-elektrode
juiste afstand in te stellen indien dit nodig is.
Bougies verwijderen
1.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
2.
Maak de bougiekabels los van de bougies
(Figuur
25).
(Figuur
g001470
3. Elektrodenafstand (niet op
schaal weergegeven)
(Figuur
24).
(Figuur
24) om de
1. Bougiekabel
3.
Maak de omgeving van de bougie schoon om
te voorkomen dat er vuil in de motor komt, wat
beschadiging kan veroorzaken.
4.
Verwijder de bougies en de metalen
pakkingringen.
Bougies monteren
1.
Monteer de bougies en de metalen ring.
Controleer of de elektrodenafstand correct is.
2.
Haal de bougies aan met 24,4 tot 29,8 N·m.
3.
Sluit de bougiekabels aan op de bougies
24).
Brandstoffilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren
Na verwijdering mag u nooit een vuil filter opnieuw
aan de brandstofslang monteren.
1.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
2.
Laat de motor afkoelen.
3.
Druk de uiteinden van de slangklemmen naar
elkaar toe en schuif ze weg van het filter
26).
26
Figuur 25
2. Bougie
g002358
(Figuur
(Figuur