Inhoud
Veiligheid .................................................................. 4
Montage .................................................................... 9
monteren....................................................... 10
aansluiten ..................................................... 10
Specificaties .................................................... 13
Motor starten .................................................... 16
inactiviteit ...................................................... 17
Onderhoud .............................................................. 20
der................................................................. 23
verbinden ..................................................... 25
Stalling.............................................................. 30
controleren.................................................... 31
Veiligheid
Risicobeheersing en ongevallenpreventie zijn
afhankelijk van de oplettendheid, zorgvuldigheid
en een goede training van het personeel dat is
belast met de opslag, het gebruik, het transport en
het onderhoud van de machine. Onjuist gebruik
of onderhoud van de machine kan lichamelijk of
dodelijk letsel veroorzaken. Om het risico van
lichamelijk of dodelijk letsel te verminderen, moet
u zich aan de volgende veiligheidsinstructies
houden.
Veilige bediening
De volgende instructies zijn gebaseerd op de
ANSI-norm B71.4-2012.
Instructie
•
Lees deze Gebruikershandleiding en zorg ervoor
dat u deze begrijpt voordat u de motor start.
•
Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de
bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en
weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.
•
Alle bestuurders en monteurs moeten
instructies hebben ontvangen. De eigenaar
is verantwoordelijk voor de instructie van de
gebruikers.
•
Laat kinderen of personen die geen instructie
hebben ontvangen, de machine nooit gebruiken of
onderhoudswerkzaamheden daaraan verrichten.
Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen
stellen aan de leeftijd van degene die met de
machine werkt.
•
De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor
ongelukken, letsel van hemzelf/haarzelf of van
anderen, en schade aan eigendom, die hij/zij kan
voorkomen.
Vóór ingebruikname
•
Inspecteer het terrein om vast te stellen welke
accessoires en werktuigen nodig zijn om goed en
veilig te werken. Gebruik alleen door de fabrikant
goedgekeurde accessoires en werktuigen.
•
Draag geschikte kleding, zoals een
veiligheidsbril, gripvaste, stevige schoenen
en gehoorbescherming. Draag lang haar en
loszittende kleding niet los, en draag geen juwelen.
•
Inspecteer het terrein waarop u de maaimachine
gaat gebruiken en verwijder voorwerpen die door
de machine kunnen worden uitgeworpen.
•
Houd alle omstanders uit de buurt van het
werkgebied.
4