9 Diagnose en service
Procedure voor oplossen
van storingen
4 ... 20 mA-signaal con-
troleren
Fout
4 ... 20 mA-signaal niet
stabiel
4 ... 20 mA-signaal ont-
breekt
Stroomsignaal groter dan
22 mA, kleiner dan 3,6 mA.
Behandeling van meet-
fouten
58
De eerste maatregelen zijn:
•
Verwerken van foutmeldingen via het bedieningsapparaat
•
Controle van het uitgangssignaal
•
Behandeling van meetfouten
Meer uitgebreide diagnosemogelijkheden biedt een PC met de
software PACTware en de passende DTM. In veel gevallen kunnen
de oorzaken hiermee worden vastgesteld en de storingen worden
opgelost.
Sluit conform het aansluitschema een multimeter met een passend
meetbereik aan. De volgende tabel beschrijft mogelijke fouten in het
stroomsignaal en helpt bij het oplossen daarvan:
Oorzaak
•
Meetgrootheid varieert
•
Elektrische aansluiting fout
•
Voedingsspanning ontbreekt
•
Voedingsspanning te laag, belastings-
weerstand te hoog
•
Sensorelektronica defect
De tabel hieronder geeft typische voorbeelden voor toepassings-
technische meetfouten. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen
meetfouten bij:
•
Constant niveau
•
Vullen
•
Aftappen
De afbeeldingen in de kolom "Storingsbeeld" tonen telkens het wer-
kelijke niveau gestippeld en het door de sensor getoonde niveau als
doorgetrokken lijn.
Fig. 24: De gestippelde lijn 1 toont het werkelijke niveau. De doorgetrokken lijn 2
toont het door de sensor weergegeven niveau.
Opmerking:
•
Overal, waar de sensor een constante waarde aangeeft, kan de
oorzaak ook in de storingsinstelling van de stroomuitgang op
"Waarde houden" liggen.
Oplossen
•
Demping instellen
•
Aansluiting controleren, evt. corrigeren
•
Kabels controleren op breuk, eventueel
repareren
•
Controleren, evt. aanpassen
•
Instrument vervangen resp. voor repa-
ratie inzenden
0
VEGAFLEX 86 • Vierdraads 4 ... 20 mA/HART
1
2
time