PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
1
2
3
ZAUM0685
1. Olievuldop
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
4. Als de motorolie beneden de merks-
treep voor minimumniveau staat, vul
6
dan voldoende olie, van de aanbevo-
len soort, bij tot het correcte niveau.
5. Steek de peilstok in de vulopening en
draai dan de olievuldop vast.
Verversen van de motorolie
1. Start de motor, laat deze een paar
minuten warmdraaien en zet hem
dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de
motor om de gebruikte olie op te
vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de aftap-
plug om de olie uit het carter te laten
stromen.
1
ZAUM0686
1. Olieaftapplug
4. Controleer of de ring beschadigd is
en vervang indien nodig.
1. Olieaftapplug
2. Ring
5. Breng de onderlegring en de olieaf-
1
1
OPMERKING
Controleer of de onderlegring correct aan-
ligt.
6. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
6-10
tapplug aan en zet de plug dan vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
20 Nm (2,0 m·kgf, 14 ft·lbf)
veelheid van de aanbevolen motoro-
lie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1
Oliehoeveelheid bij verversing:
1,20 L (1,27 US qt, 1,06 Imp.qt)