Afbeelding 40: Aansluiting van de rimpelspanningont-
vanger op de omvormer
1
Rimpelspanningontvanger
RS485 aansluiten
Op de klem voor analoge interfaces (afbeelding 37)
bevinden zich aansluitingen voor de seriële RS485-
interfac. Via RS485 kunnen, afhankelijk van de
gebruikte omvormers, tot 200 omvormers gekoppeld
worden, zie tabel 7.
Aan RS485 kunnen bijkomende componenten aange-
sloten worden. In bepaalde situaties is er een extra
niveauconvertor nodig. Voor het aansluiten een
getwiste leiding gebruiken, bijvoorbeeld LiYCY
2 × 2 × 0,25.
Hiervoor moet u de DIP-schakelaars voor de RS485-
configuratie (1 op afbeelding 41) op de communicatie-
printplaten van alle omvormers instellen.
RS485
1
0%
30%
60%
100%
Montage- en gebruiksaanwijzing Solar-omvormer PIKO
1
Afbeelding 41: DIP-schakelaar voor RS485-configura-
tie
1
DIP-schakelaar voor RS485-configuratie
Oudere omvormers termineren de RS485-interface
automatisch en hebben daarom geen DIP-schakelaar
voor de handmatige configuratie.
Het is mogelijk om omvormers met en zonder DIP-
schakelaar voor de RS485-configuratie te mengen. De
mogelijke netwerkomvang en de daarbij behorende
instellingen van de DIP-schakelaars zijn in de tabel 7
weergegeven.
Als bij het koppelen alle omvormers met DIP-schake-
laars uitgerust zijn, zijn kabellengtes tot 500 m mogelijk.
Aanwijzing: Als in een RS485-netwerk naast de
omvormers nog ander RS485-toestellen aangesloten
zijn (bijv. een display), is onder bepaalde
omstandigheden het aantal aansluitbare omvormers en
de maximale kabellengte beperkt.
LET OP
De communicatieprintplaat kan door elektrostatische
ontlading worden beschadigd.
• Voor het wijzigen van de DIP-schakelaars een
stomp, niet metalen voorwerp gebruiken.
• Eerst een geaarde plek aanraken, bijvoorbeeld de
opname voor de schroefverbinding van de
behuizing rechtsonder, voordat u de printplaat
aanraakt.
• Schakel, indien nodig, met de DIP-schakelaar 1 de
terminering en met de DIP-schakelaars 2 en 3 de
busvoedingsspanning in.
5 Installatie
25