Situatie 2: direct opvragen van rendementsgege-
vens
Het opvragen van de actuele rendementsgegevens en
de opgeslagen loggegevens van de omvormer is even-
eens slechts mogelijk met een computer. Het leggen
van de kabels tussen de toestellen vindt op dezelfde
wijze plaats als beschreven in situatie 1.
Als alternatief kunt u de omvormers via de RS485-
interface met elkaar en slechts één van de omvormers
via het ethernet verbinden (afbeelding 26).
Bij deze verbindingswijze geeft de webserver van de via
ethernet verbonden omvormer ook de momentele ver-
mogensgegevens van de andere omvormers weer. De
webserver zelf en de opgeslagen loggegevens zijn ech-
ter alleen beschikbaar voor de omvormer die via ether-
net aangesloten is.
1
2
3
4
Afbeelding 26: Omvormer via RS485 verbinden en
vermogensgegevens via ethernet opvragen
1
Omvormer
2
Andere omvormers, max. 200, afhankelijk van
kabellengte
3
RS485-verbinding
4
Crossoverkabel
5
Computer
Situatie 3: gegevensoverdracht aan Solar-portaal
De omvormer kan de rendementsgegevens regelmatig
naar een Solar-portaal op internet sturen.
Daarvoor moet de omvormer ofwel
a) zijn aangesloten op een DSL-router of aan een
netwerk met internettoegang of
b) een ingebouwd analoog modem (als toebehoren
verkrijgbaar) of een draadloos modem (GSM, als
toebehoren verkrijgbaar) hebben.
Variant a) gaat uit van een DSL-aansluiting. Indien uw
omvormer zich in de buurt van het huis bevindt en u
reeds een DSL-aansluiting hebt, kunt u de bestaande
aansluiting voor de overdracht gebruiken.
Aanwijzing: Als de omvormers in het lokale netwerk
via DSL-router met het internet verbonden zijn, dan is
zowel het direct opvragen als de overdracht van de
loggegevens van alle verbonden omvormers aan een
Solar-portaal mogelijk.
5
Montage- en gebruiksaanwijzing Solar-omvormer PIKO
Bij variant b) met analoge modem moet de omvormer
worden aangesloten op een aparte analoge telefoon-
aansluiting of op een extra analoge aansluiting van een
telefooninstallatie. Hierbij moet er een telefoonaanslui-
ting in de buurt aanwezig zijn. De omvormer moet altijd
op de telefoonaansluiting aangesloten zijn.
Bij variant b) met draadloos modem hebt u een SIM-
kaart van een mobiele telefoonaanbieder nodig. Boven-
dien moet er op de installatieplaats voldoende ont-
vangst zijn voor mobiele telefonie.
Aanwijzing: Bij een te lage ontvangstkwaliteit,
bijvoorbeeld in gebieden met een zwakke netdekking,
kunnen er verbindingsstoringen ontstaan, hetgeen kan
leiden tot een veelvuldig inbellen in het net door de
GSM-modem. Afhankelijk van het prijsmodel van het
GSM-contract kunnen daardoor hoge kosten ontstaan.
De ontvangstkwaliteit is ook afhankelijk van het weer.
Wij adviseren met een normale mobiele telefoon de
ontvangst gedurende meerdere dagen voor de
installatie te testen, om zeker te zijn dat ook bij
verschillende weerstomstandigheden voldoende
ontvangst mogelijk is.
Aanwijzing: Bij installatie met meerdere omvormers
hebt u slechts één modem nodig.
Variant b) met één of twee omvormers
Indien u precies twee omvormers hebt, kunt u beide
met een crossoverkabel verbinden en een van de twee
van een modem voorzien. Daardoor is er geen switch
of hub nodig. Een extra aansluiting van een computer
of een DSL-router is in dit geval niet mogelijk.
2
3
1
Afbeelding 27: Twee omvormers verbinden met
crossoverkabel, gegevens via modem overdragen
1
Omvormer (zonder modem)
2
Omvormers met ingebouwde modem (analoog of GSM)
3
Crossoverkabel
4
Telefoonaansluitdoos of antenne voor mobiele telefonie
(afhankelijk van het gebruikte modem)
Variant b) met twee en meer omvormers
Om de gegevens van meerdere omvormers met een
modem aan een Solar-portaal over te dragen, verbindt
u de omvormer eerst via ethernet. U hebt slecht één
modem nodig: De omvormer met het modem neemt
voor de overige omvormers de functie van een router
over.
5 Installatie
WWW
4
19