Afbeelding 7.3
afvoerleiding naar hoofdafvoerleiding
Afvoerbuizen van airconditioners moeten apart van afval-, regenwater- en andere
»
afvoerbuizen worden geïnstalleerd en mogen niet in direct contact met de grond
komen.
De diameter van de afvoerleiding mag niet kleiner zijn dan de aansluiting van de
»
afvoerleiding van de binnenunits.
Om inspectie en onderhoud mogelijk te maken, moeten de meegeleverde
»
slangklemmen worden gebruikt om de afvoerbuizen aan de binnenunits te
bevestigen - gebruik geen lijm.
Thermische isolatie moet worden toegevoegd aan afvoerleidingen om
»
condensvorming te voorkomen. De thermische isolatie moet helemaal doorlopen
tot aan de aansluiting met de binnenunit.
Units met condenspompen moeten gescheiden afvoerleidingen hebben van
»
systemen die natuurlijke afvoer gebruiken.
7.2
Waterslot / siphon
Voor binnenunits met een hoog onderdrukverschil bij de uitlaat van de afvoerbak
moet een sifon worden aangebracht op de afvoerleiding om slechte afvoer en/
of terugblazen van water in de afvoerbak te voorkomen. De sifons moeten worden
geplaatst zoals in afbeelding 7.5. De verticale afstand H moet meer dan 50 mm zijn. Er
kan een stop worden aangebracht om reiniging of inspectie mogelijk te maken.
Afbeelding 7.5
Binnen Unit
7.3
Buisdiameters selecteren
Selecteer de diameters van de afvoerleidingen (de afvoerleidingen die op elke unit
zijn aangesloten) overeenkomstig het debiet van de binnenunits en selecteer de
diameters van de hoofdafvoerleidingen overeenkomstig het gecombineerde debiet
van de stroomopwaartse binnenunits. Ga bij het ontwerp uit van 2 liter condensaat per
pk per uur. Bijvoorbeeld, het gecombineerde debiet van drie 2PK units en twee 1,5PK
units wordt als volgt berekend:
26
Aftakking van
Afvoerbuizen waterslot
Afbeelding 7.4
ondersteuning van afvoerleidingen
Gat te groot
Gaszak
Effect van onvoldoende