9
|
Elektrische installatie
9 Elektrische installatie
In dit hoofdstuk
9.1 Over het aansluiten van de elektrische bedrading
9.1.1 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van de elektrische bedrading
Uitgebreide handleiding voor de installateur
86
9.1
9.1.1
9.1.2
9.1.3
9.1.4
Vereisten voor beveiligingen .................................................................................................................................
9.2
9.2.1
De hoofdvoeding aansluiten ..................................................................................................................................
9.2.2
9.2.3
De afsluiter aansluiten ...........................................................................................................................................
9.2.4
9.2.5
9.2.6
De alarm-output aansluiten................................................................................................................................... 102
9.2.7
9.2.8
9.2.9
9.2.10
9.2.11
9.2.12
Vooraleer de elektrische bedrading aan te sluiten
Zorg ervoor dat de leidingen van het centrale watercircuit en de waterleidingen
aangesloten zijn.
Typische werkstroom
Zie
"9.2 Overzicht van de elektrische verbindingen voor de uitwendige en
inwendige
stelmotoren" [
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
▪
Alle bedrading MOET worden uitgevoerd door een erkend elektricien en MOET
voldoen aan de geldende nationale bedradingsvoorschriften.
▪
Sluit de elektrische verbindingen aan op de vaste bedrading.
▪
Alle ter plaatse geleverde componenten en alle elektrische constructies MOETEN
voldoen aan de geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Gebruik voor de stroomkabels ALTIJD meeraderige kabel.
INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten vermeld in de
veiligheidsmaatregelen" [
4
90].
4
11].
86
86
87
88
89
90
91
98
99
"2 Algemene
EWSAH/X06D
Daikin Altherma 3 WS
4P675764-1B - 2023.02