10.5 Smart-Grid-toepassing
EWSAH/X06D
Daikin Altherma 3 WS
4P675764-1B – 2023.02
INFORMATIE
De LAN-adapter controleert enkel de configuratie van de DIP-schakelaar na een
harde reset. Om de DIP-schakelaar te configureren, moet u ervoor zorgen dat de
voeding van de adapter is UITgeschakeld.
INFORMATIE
"Stroom" betekent de stroom geleverd door de binnenunit EN de 230 V AC
detectiespanning geleverd aan X1A.
INFORMATIE
Om de LAN-adapter voor de Smart-Grid-toepassing te gebruiken, moet DIP-
schakelaar 1 op "OFF" (standaardgeval) worden gezet. Als alternatief, zet DIP-
schakelaar 1 op "ON" om het gebruik van de LAN-adapter voor de Smart-Grid-
toepassing uit te schakelen.
OPMERKING
Gebruik geschikt gereedschap om de DIP-schakelaars in een andere stand te zetten.
Let op voor elektrostatische ontlading.
Met de LAN-adapter kunt u het warmtepompsysteem met een zonne-energie-
inverter/energiebeheersysteem verbinden om het in verschillende Smart-Grid-
bedrijfsmodi te laten werken. Op die manier werken alle systeemonderdelen
samen om het injecteren van (zelfgegenereerde) energie te beperken in plaats van
deze energie in thermische energie om te zetten door de thermische
opslagcapaciteit van de warmtepomp te gebruiken. Dit wordt "energiebuffering"
genoemd.
Het systeem kan energie op de volgende manieren opslaan ("bufferen"):
▪
De tank voor warm tapwater opwarmen
▪
De kamer verwarmen
▪
De kamer koelen
De Smart-Grid-toepassing wordt bediend door het zonne-energie-inverter/
energiebeheersysteem dat het raster controleert en commando's naar de LAN-
adapter
stuurt.
De
energiebeheersysteem (digitale uitgangen) via connector X1A (digitale ingangen)
verbonden.
Zonne-energie-inverter/
energiebeheersysteem
(digitale uitgangen)
Digitale uitgang 1
Digitale uitgang 2
adapter
is
met
10
LAN-adapter
|
het
zonne-energie-inverter/
X1A
(digitale ingangen)
SG0
(X1A/1+2)
SG1
(X1A/3+4)
Uitgebreide handleiding voor de installateur
131