6
|
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
42
Opstelling
C
B
a
a
E
b
A Aanvoerwatertemperatuur secundaire zone
B Kamer 1
C Kamer 2
D Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
E Kamer 3
a Warmtepompconvectoren + controllers
b Speciale interface voor menselijk comfort (BRC1HHDA gebruikt als
kamerthermostaat)
c Afstandbuitensensor
d Mengklepstation
e Drukregelklep
INFORMATIE
Monteer een drukregelklap voor het mengklepstation. De reden hiervoor is om een
evenwichtige waterdebiet te hebben tussen de aanvoerwatertemperatuur voor de
primaire zone en de aanvoerwatertemperatuur voor de secundaire zone in functie
van de nodige capaciteit voor beide watertemperatuurzones.
▪
Voor meer informatie over de aansluiting van de elektrische bedrading op de
unit, zie
"9.2 Overzicht van de elektrische verbindingen voor de uitwendige en
inwendige
stelmotoren" [
▪
Voor de primaire zone:
-
Een mengklepstation is voor de vloerverwarming geplaatst.
-
De pomp van het mengklepstation wordt gestuurd door het AAN/UIT-signaal
van de binnenunit (X2M/29 en X2M/21; output van de normaal gesloten
afsluiters).
-
De kamertemperatuur wordt geregeld door de speciale interface voor
menselijk comfort (BRC1HHDA, die als kamerthermostaat gebruikt wordt).
▪
Voor de secundaire zone:
-
De warmtepompconvectoren zijn rechtstreeks op de binnenunit aangesloten.
-
De gewenste kamertemperatuur wordt voor elke kamer ingesteld via de
afstandsbediening van de warmtepompconvectoren.
-
De signalen van elke warmtepompconvector om verwarming of koeling te
vragen zijn in parallel op de digitale input van de binnenunit aangesloten
(X2M/35a en X2M/30). De binnenunit zal alleen de gewenste secundaire
aanvoerwatertemperatuur leveren wanneer dit werkelijk gevraagd wordt.
A
D
d
e
4
90].
c
EWSAH/X06D
Daikin Altherma 3 WS
4P675764-1B – 2023.02