Deze instelling stelt de huidige drempelwaarde in om de absorptiefase te beëindigen voordat de maximale absorptietijd is bereikt.
Als de laadstroom gedurende een minuut onder de ingestelde staartstroom zakt, wordt de absorptiefase beëindigd en begint de
druppel-fase. Deze instelling kan worden uitgeschakeld door deze op nul in te stellen.
Temperatuurcompensatie
Deze instelling stelt de temperatuurcompensatiecoëfficiënt in die nodig is voor temperatuur gecompenseerd laden.
Veel accu types hebben een lagere laadspanning nodig bij warme bedrijfsomstandigheden en een hogere laadspanning bij koude
bedrijfsomstandigheden. De geconfigureerde coëfficiënt is ingesteld op mV per graad Celsius voor de hele accubank, niet per cel.
De basistemperatuur voor de compensatie is 25 °C (77 °F).
De onderstaande grafiek geeft het gedrag van de absorptie- en druppel-spanningen bij verschillende temperaturen
weer. De grafiek toont de temperatuurcompensatie voor een 12 V-systeem en gebruikt een -16 mV / °C
temperatuurcompensatiecoëfficiënt. Voor een 24 V-systeem vermenigvuldig de spanningen met 2 en voor een 48 V-systeem
vermenigvuldig met 4.
Standaard gebruikt de zonnelader SUN-omvormer zijn interne temperatuur voor accutemperatuurgecompenseerd laden. Er wordt
's ochtends een interne temperatuurmeting gedaan en vervolgens weer wanneer de zonnelader minimaal een uur inactief is
geweest, bijvoorbeeld wanneer de lader niet actief een accu oplaadt of een belasting heeft.
Wanneer de zonnelader deel uitmaakt van een VE.Smart-netwerk en een accu temperatuurmeting ontvangt van een Smart
Battery Sense of een accumonitor met een temperatuursensor, wordt de werkelijke accutemperatuur gedurende de dag gebruikt
voor temperatuurgecompenseerd opladen.
Loskoppeling bij lage temperatuur
Deze instelling wordt gebruikt om schade aan een lithiumaccu te voorkomen door opladen bij lage temperaturen uit te schakelen.
De functie "Uitschakeling bij lage temperatuur" is alleen actief wanneer de zonnelader deel uitmaakt van een
VE.Smart-netwerk en een accu temperatuurmeting ontvangt van een Smart Battery Sense of een accumonitor
met een temperatuursensor.
De instelling "loskoppeling bij lage temperatuur" is standaard uitgeschakeld. Wanneer ingeschakeld kan de lage loskoppel
temperatuur worden ingesteld. De standaard temperatuur is 5 °C, dit is een geschikte temperatuur instelling voor
lithiumijzerfosfaat (LFP) accu's. Controleer echter altijd met de lithiumaccu leverancier waarop deze instellingen ingesteld zou
moeten worden.
Het mechanisme "loskoppeling bij lage temperatuur" zal het laden van de accu stoppen wanneer de temperatuur gezakt is
beneden de instelling voor lage temperatuur loskoppeling. Accu laden zal hervat worden wanneer de temperatuur 0,5 °C boven
de lage temperatuur loskoppeling instelling gestegen is.
Houd er rekening mee dat de instelling "loskoppeling bij lage temperatuur" niet nodig is voor Victron Lithium Smart-accu's of voor
Victron Super Pack-accu's met serienummer HQ2040 en hoger. Deze instelling is alleen nodig voor lithium-accu's die het opladen
niet kunnen blokkeren wanneer de temperatuur te laag wordt.
Pagina 23
MPPT zonnelader handleiding
Temperatuurgecompenseerde laadgrafiek
Configuratie en instellingen