Voorbeeld van een VE.Smart-netwerk van een Smart Battery Sense en een zonnelader
3.10. Spanningsdetectie
Een optionele
Smart Battery Sense
van het
VE.Smart
[32]-netwerk naar de zonnelader. Als het accuvoltage lager is dan het zonnelaadvoltage, zal de zonnelader
zijn laadvoltage verhogen om voltageverliezen te compenseren.
3.11. Externe aan / uit
De zonnelader is uitgerust met een externe aan / uit-klem. De zonnelader kan op afstand worden in- of uitgeschakeld door
een schakelaar op deze aansluiting aan te sluiten of door een hoog signaal op de H-klem of een laag signaal op de
L-klem te zetten. Als alternatief kan deze klem worden aangesloten op een extern bedieningsapparaat, bijvoorbeeld een
lithiumaccubeheersysteem (BMS).
Er zijn verschillende manieren om de zonnelader in te schakelen met behulp van de externe klem(men):
• De L- en H-klemmen zijn met elkaar verbonden via een schakelaar of relais.
• Wanneer de spanning op de H-klem meer is dan 2,9 V (tot aan het accuvoltage) via een schakelaar, relais of ander extern
apparaat, zoals een accu BMS.
• Wanneer het voltage op de L-klem naar de minus van de accu wordt getrokken. (<3,5 V) via een schakelaar, relais of ander
extern apparaat, zoals een accu BMS.
Een virtuele externe aan / uit-klem kan worden gemaakt met behulp van de
De functionaliteit kan worden geprogrammeerd met behulp van de VictronConnect-app RX-poortfunctie-instellingen.
3.12. Programmeerbaar relais
De zonnelader is voorzien van een programmeerbaar relais. Dit relais kan worden geprogrammeerd om in te schakelen wanneer
een bepaalde situatie zich voordoet, zoals:
• Hoge PV-spanning
• Laag of hoog accuvoltage
• Hoge of lage temperatuur
• Float of egalisatie is actief
• Zonnelader is in een foutstatus
• Dagdetectie
• Belastingsuitgang
Pagina 8
MPPT zonnelader handleiding
of
accumonitor
meet het accuklemvoltage en stuurt deze via Bluetooth door gebruik te maken
VE.Direct niet-inverterende externe aan /
uit-kabel.
Kenmerken