1.3
Besturing van een gas- of stookoliebrander en een gemotoriseerde mengkraan
SAR
SAD
RAM
SAM 2001
AA
T
V1
V3
Werking
De regelaar SAM 2001 stuurt de mengkraan op dezelfde wijze als in opstelling 1.2.
De ketel wordt permanent op een temperatuur gehouden die 10 °C hoger ligt dan vereist door de mengkraan.
De circulatiepomp, die vóór de mengkraan geplaatst is, kan door de SAM 2001 gestuurd worden. In dit geval verkrijgt
men een permanente werking, uitgezonderd in zomerbedrijf. Zo nodig kan deze circulatiepomp d.m.v. de retourvoeler
V3 stilgelegd worden, indien er geen thermische uitwisseling meer plaatsvindt in de ketel.
De circulatiepomp, die na de mengkraan geplaatst is, werkt permanent tenzij deze door een eindcontact van de
betreffende motor wordt gestuurd. In dit geval zal de circulatiepomp sluiten zodra de mengkraan volledig gesloten is.
Hydraulische opstellingen toepasbaar op SAM 2001
– geen sanitair warmwaterproductie
– 3- of 4-wegkraan
– lage temperatuur-ketel
– één verwarmingskring
V2
AA: buitenvoeler
V1: ketelvoeler
M
V2: aanvoervoeler
V3: retourvoeler (facultatief)
SAR of SAD: ruimtevoeler (facultatief)
RAM: ruimtethermostaat (facultatief).
3