6.2 Instellingen
9 Temperatuur van de ketelkring of temperatuur van de mengkring wanneer de gemeten buitentemperatuur gelijk is
aan de laagste buitentemperatuur waarvoor de installatie werd berekend (instelling achterzijde KLZ).
Aanbevolen instelling:
Als de minischakelaar nr. 5 op ON staat, zal de keteltemperatuur 10 °C hoger liggen dan de gekozen instelling.
10 Bedrijfskeuzeschakelaar
regelaar buiten bedrijf: brander en circulatiepompen uitgeschakeld, mengkraan gesloten (behalve bij
vorstbeveiliging wanneer de watertemperatuur lager is dan 10 °C)
permanent verlaagd regime
permanent comfortregime
normaal bedrijf: de klok bepaalt de comfort-, verlaagde- en eventueel versnelde regimes
manuele bediening:
– brander in bedrijf indien de maximum keteltemperatuur (°C max) niet is bereikt
– circulatiepomp in bedrijf
– mengkraan open indien de maximum aanvoertemperatuur (°C max) niet is bereikt
(in geval van voelerdefect, blijft de mengkraan in de bereikte stand)
zomerbedrijf.
S
Brander en circulatiepomp stilgelegd, mengkraan gesloten (behalve bij vorstbeveiliging wanneer de
watertemperatuur lager is dan 10 °C).
11 Niveau comforttemperatuur. Als de draaiknop op de centrale stand staat, bedraagt de comforttemperatuur ca.
20 °C . Het is mogelijk de watertemperatuur met ± 25 % te wijzigen, om een comforttemperatuur te verkrijgen die
verschilt van 20 °C. Wanneer een versneld regime actief is, wordt de watertemperatuur 10 % verhoogd in
verhouding tot het ingestelde comfortregime.
12 Temperatuurverlaging in verlaagd regime. Als de draaiknop volledig rechts ingesteld is, heeft men een verlaging
van 0 °C, t.t.z. dat de temperatuur in verlaagd regime dezelfde is als in comfortregime. De verlaging van de water-
temperatuur is instelbaar tussen 0 en 100 %. Het midden van de schaal stemt overeen met de aanbevolen
instelling om een toereikende verlaagde temperatuur te verkrijgen. De werkelijk bekomen ruimtetemperatuur is
uiteraard afhankelijk van de inertie van het gebouw en van de cv- installatie zelf, evenals van de duur van het
verlaagd regime.
Een «100 %»-instelling betekent een volledige uitschakeling van de verwarming in verlaagd regime (vorst-
beveiliging actief).
Deze instelling wordt aanbevolen wanneer de regelaar op een ruimtethermostaat is aangesloten.
Opgelet: een minimum keteltemperatuur die te hoog is kan een verlaging
van de ruimtetemperatuur in verlaagd regime verhinderen.
Instellingen en signaallampen aan de voorzijde van de regelaar
70 °C voor verwarming met radiatoren of convectoren
80 °C voor verwarming met luchtverhitters
45° C voor vloerverwarming.
13