Storingen oplossen
Diagnose
(vervolg)
Storing
Brander start maar er ont-
staat geen vlam
Brander start en de ontste-
king is in orde maar na het
verstrijken van de veilig-
heidstijd geeft de brander
een storing
Brander start, er ontstaat
een vlam, maar na korte
tijd vindt een uitschakeling
plaats, geen uitschakeling
wegens storing
Brander geeft tijdens de
werking een storing, vlam
reeds aanwezig
Vlam dooft tijdens bedrijf
20
Knipperco-
Storingsoorzaak
de rood
2
Ontstekingselektrode niet correct
×
ingesteld
2
Ontstekingselektrode vochtig en
×
verontreinigd
2
Isolatie van de ontstekingselek-
×
trode gescheurd
2
Ontstekingstransformator defect
×
2
Ontstekingskabel geeft kortslui-
×
ting aan de massa
2
Geen voldoende brandbaar gas-
×
mengsel aanwezig
2
Gasmagneetkleppen gaan niet
×
open
2
Startgasvolume niet correct inge-
×
steld
2
Ionisatiestroom te laag (<1,5 mA) Positie van de ionisatie-elektrode
×
2
Bij het openen van de combina-
×
tiearmatuur daalt de spanning
korte tijd onder de 180 V
Geen gas
—
7
Ionisatiestroom te laag (<1,5
×
7
Elektrode zelf defect
×
7
Ionisatiestroom te kleine wegens
×
foutieve branderinstelling
7
Gebrekkige aarding
×
7
Menginrichting verontreinigd
×
7
Verkeerde instelling van de lucht-
×
klep
Maatregel
Juist instellen (zie pagina 14)
Ontstekingselektrode reinigen
Ontstekingselektroden vervan-
gen
Ontstekingstransformator vervan-
gen
Ontstekingskabel vervangen
Gastoevoer naar buiten ontluch-
ten.
Met testbrander vaststellen of er
voldoende brandbaar gas aan-
wezig is.
Elektrische aansluiting controle-
ren, spanning van de combinatie-
armatuur (230 V) meten. Als de
combinatiearmatuur spanning
krijgt, vervang dan de combina-
tiearmatuur.
Startgasvolume resp. openings-
gedrag instellen (zie pagina 9)
controleren (zie pagina 14)
Elektrische installatie controleren
Gasfilter reinigen of vervangen.
Instelling van de gasdrukbewaker
controleren. Dynamische gasdruk
controleren.
A)
Positie of toestand van de voele-
μ
relektrode controleren, indien no-
dig de elektrode vervangen
Ionisatiestroom meten, indien no-
dig de ionisatie-elektrode of aard-
ingselektrode vervangen
Branderinstelling corrigeren
Aarding controleren
Menginrichting reinigen
Instelling van de schakelnokken
aan de luchtklepmotor corrigeren
(zie pagina 6)