Ontsteking- en ionisatie-elektroden controleren
120 tot 225 kW / 8,8 tot 31,0 kW
87
-1
+ 1
3
- 0
Afb. 16
Aardingselektrode
A
Stuwschijf
B
Ionisatie-elektrode
C
Afsluitplaat
D
Ontstekingselektrode
E
Brander monteren
Dichtheid van de beide kleppen van combinatiearmatuur controleren
Afb. 17
Opmerking
Bij combinatiearmaturen met een dichtheidscontrole-
apparaat behoeft alleen een functietest te worden uit-
gevoerd.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
2
± 0,5
8 gasuitgangsopeningen in de afsluitplaat
F
Ionisatie-elektrode iets draaien volgens de afstand
G
tot de aardingselektrode
Punt van de ontstekingselektrode richten op de
H
kant van de gasuit-gangsopening
1. Gasafsluitkraan sluiten.
2. Schroef in de meetaansluiting
eruit draaien.
3. Schroef in de meetaansluiting
eruit draaien.
4. U-buis-manometer met handpomp op meetaanslui-
ting
5. Door de handpomp rustig te gebruiken een testdruk
van ca. 50 mbar opbouwen.
6. Ca. 5 minuten tot de temperatuurnivellering wach-
ten en dan letten op de indicatie op de U-buis-
manometer:
Als de aangegeven druk binnen 5 minuten niet
meer dan 1 mbar daalt, is de combinatiearmatuur
voldoende dicht
Anders is er een lek - in dat geval de combinatiear-
matuur ter controle naar Viessmann sturen.
7. Na de test de schroeven in beide meetaansluitin-
gen sluiten.
(vervolg)
B
aansluiten.
verder naar punt 7.
→
losmaken, niet
A
losmaken, niet
B
15