Inhoudsopgave
Advertenties
3.
Selecteer welke items in uw Rapport van één pagina, Volledig rapport en Standaardrapport
moeten worden opgenomen. Selecteer of deselecteer de selectievakjes aan de rechterkant
om deze wijzigingen aan te brengen (Afbeelding 26).
4.
Om een nieuw rapport op te stellen klit u op Nieuw rapport, vult u een naam in, en selecteert
u de pagina's die u in het rapport wilt opnemen.
5.
Om deze rapporten te verwijderen selecteert u het rapport en klikt op Rapport verwijderen.
6.
Vul een Titel van het rapport in door de titel van uw keuze in het hiervoor bestemde
vakje in te vullen. De titel verschijnt als een koptekst op elke pagina van het rapport. Elk
rapportformat heeft een andere titel van het rapport.
7.
Om het type en de schaal van de grafiek, en de instellingen voor horizontale zichtlijnen te
wijzigen klikt u op Details (Afbeelding 27).
Om een aangepast logo toe te voegen aan het rapport, klikt u op Details (Afbeelding 27) en
8.
bladert u naar de locatie van het aangepaste logo op de harde schijf.
Exportinstellingen
Met deze functie kunt u patiëntenrapporten als ASCII-, XML- of GDT-output (Afbeelding 34)
exporteren, wat handig is als de gegevens worden samengevoegd met een database. GDT is een
opmaak die vaak wordt gebruikt om elektronische medische dossiers te delen.
Om de exportinstellingen te wijzigen gaat u naar Rapport > Configureren, en klikt u op het tabblad
Exporteren in het venster Configuratie.
Om een export naar ASCII-output te configureren, voert u de selecties uit op de volgende
gebieden:
1.
Begrenzers: Kies met welk teken de velditems in de database van elkaar worden
gescheiden.
2.
Exporteren: Kies precies welke informatie geëxporteerd gaat worden.
Om een export naar GDT-output te configureren, doet u het volgende:
3.
Selecteer het tabblad Exporteren als GDT.
4.
Klik op het selectievakje GDT-samenvatting.
AWP4-export:
AWP4-bestandsoutput kan worden geconfigureerd om een standaardversleuteling (minder veilig) of
aangepaste versleuteling (veiliger) te gebruiken. Standaard versleutelde bestanden kunnen zonder
een wachtwoord worden geopend en geïmporteerd door elke AccuWin 4 SE-installatie. Als een
aangepaste versleuteling wordt gebruikt, moet de ontvanger de versleutelingscode invullen bij het
importeren van een onderzoek.
OPMERKING: als de code van een aangepaste versleuteling kwijt of vergeten is, kunnen de gegevens
in AWP4-bestanden niet worden teruggehaald. De code van de versleuteling moet op een veilige
plaats worden bewaard.
Pagina 58 van 82
80-0082-11-MO-RevB
Advertenties
Inhoudsopgave
