12. Aanpassen en configureren van AccuWin 4 SE
Het kan handig zijn om voor uw gebruikers meerdere configuratieprofielen te hebben, bijvoorbeeld
één voor elke arts in de praktijk.
Opstellen of bewerken van configuratieprofielen in AccuWin 4 SE:
1.
Selecteer Voorkeuren in het menu Configureren.
2.
Maak een nieuw profiel of bewerk een bestaand profiel. Klik op de naam van het profiel dat u
wilt bewerken, en klik op Bewerken. Om aanvullende profielen te maken, klikt u op Nieuw en
geeft u het profiel een naam. Druk dan op Enter en selecteer daarna Bewerken.
3.
Klik op OK om een configuratie te kiezen.
Als u een configuratieprofiel bewerkt, gaat er een venster open waarin een aantal
configuratieopties wordt weergegeven. Deze worden gedetailleerd beschreven op de volgende
pagina's.
OPMERKING: Als u op een tabblad op de knop Standaard klikt, gaan de instellingen van dat tabblad
terug naar de standaardfabrieksinstellingen
Hardware-instellingen
In het venster Hardware-instellingen (Afbeelding 29) kunt u uw computer configureren om via een
gespecificeerde poort met uw ABD-monitor te communiceren. U kunt de door u geselecteerde
instellingen hier ook testen.
1.
Klik op Monitor op de werkbalk en kies daarna Configuratie poort.
2.
Onder ABD-systeem selecteert u uw monitortype.
Onder Seriële poort selecteert u de poort waarop u het apparaat hebt aangesloten.
3.
4.
Klik op Poort testen. Er verschijnt een bevestigingsmelding dat de communicatie tot stand is
gebracht.
Als u het foutbericht 'Kan niet communiceren met het ABD-apparaat' te zien krijgt, is een van het
volgende van toepassing:
•
U hebt niet de juiste poort of het juiste apparaat geselecteerd.
•
Het apparaat is niet goed aangesloten.
Pagina 52 van 82
80-0082-11-MO-RevB