2
Cursorbesturing en toetsenbord
Cursorbesturing gebruiken
Voorkeuren voor cursorbesturing instellen
Met Mouse Properties (Eigenschappen voor muis) of (TouchPad) Touchpad kunt u de instellingen voor
cursorbesturing wijzigen, bijvoorbeeld de configuratie van knoppen, de kliksnelheid en opties voor de
aanwijzer.
Selecteer Computer (Computer) > Control Center (Beheercentrum) > Mouse (Muis) om Mouse
Properties (Eigenschappen voor muis) te openen.
Selecteer Computer > Control Center (Besturingscentrum) > TouchPad (Touchpad) om TouchPad
(Touchpad) te openen.
Externe muis aansluiten
U kunt een externe USB-muis aansluiten op de computer via een van de USB-poorten op de computer.
U kunt een USB-apparaat toevoegen door het apparaat aan te sluiten op een USB-poort op de computer
of op een optioneel dockingapparaat (alleen bepaalde modellen).
Toetsenbord gebruiken
Hotkeys gebruiken
Hotkeys zijn combinaties van de fn-toets (1) met de esc-toets (2) of met een van de functietoetsen
(3).
De pictogrammen op de toetsen
en procedures voor hotkeys worden beschreven in de volgende gedeelten.
OPMERKING:
f1
tot en met
Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer.
f12
vertegenwoordigen de hotkeyfuncties. Hotkeyfuncties
Cursorbesturing gebruiken
15