Aandrijfriem
De aandrijfriem behoeft weinig onderhoud en werkt rustig met
minimale rek. Houd stof, vet, olie en vuil van de riem en
tandwielen. De spanning van de aandrijfriem moet worden
gecontroleerd en afgesteld op de in het onderhoudsschema
vermelde intervallen. Ga voor informatie over onderhoud naar
het onderhoudsschema op
pagina
Reinig de riem met milde zeep en water wanneer u uw motorfiets
wast. Droog met een handdoek en inspecteer op het volgende:
Sneetjes of ongewone slijtagepatronen.
Beschadiging in het midden van de riem.
Afschuining van de buitenrand. Een beetje afschuining is
normaal maar duidt op slecht uitgelijnde tandriemwielen.
Geribbelde buitenoppervlak op tekenen van steenslag.
Binnenzijde (tandgedeelte) van de riem op blootgelegde
getrokken draden, die normaal gesproken door een nylonlaag
en polyethyleenlaag zijn bedekt. Hierdoor zal de riem het
begeven en dit duidt op versleten tanden van de
tandwielriem.
Tekenen van perforatie of barsten aan de basis van de
riemtanden.
In alle bovenstaande gevallen moet de riem worden vervangen.
6.2.
Spanning aandrijfriem controleren
De juiste riemspanning is essentieel voor de optimale werking
van het aandrijfsysteem.
Te weinig riemspanning kan "overspringen" tot gevolg hebben.
De tanden van de riem schuiven over de tanden van de achterste
tandwielriem. Dit veroorzaakt een onaangenaam geluid; het
overspringen kan ook schade veroorzaken aan de trekvaste
koolstof strengen. Als er sprake van overspringen is, moet u de
riem vervangen voordat u weer gaat rijden.
Te veel spanning kan de slijtage van uw aandrijfsysteem
vergroten en het systeem kan slepen.
De spanning van de aandrijfriem kan worden gecontroleerd met
een spanningstester of met de Gates® Carbon Drive™
smartphoneapplicatie.
Algemeen onderhoud
6.27