Algemeen onderhoud
Wielen en banden
Inspecteer beide wielen op het volgende:
Bochten of barsten.
Stoottekens.
Inspecteer beide banden op het volgende:
Sneetjes, barsten, splijten of ontbrekende profielblokken in
het loopvlak of de flanken.
Bulten of bobbels in de band.
Ongelijke slijtage van het bandprofiel. Slijtage aan één kant
van het bandprofiel of kale plekke in het bandprofiel duiden
op een probleem met de band of de motorfiets.
Zichtbare draden of strengen.
Profiel lager dan 1/16 in (1,6 mm).
Als een van de wielen of banden een van bovengenoemde staten
vertoont, dient u het wiel of de band onmiddellijk te vervangen.
6.26
Bandenspanning
WAARSCHUWING: Te weinig lucht in de banden is een
veelvoorkomende oorzaak van problemen met banden en kan in
ernstige scheuren, loslatende profielen, aflopende bandhiel,
"klapbanden" of onverwacht controleverlies over de motorfiets
resulteren, met ernstig letsel of de dood tot gevolg.
Band voorwiel
248 kPa (36 PSI)
De bandendruk moet voor elke rit worden gecontroleerd en aan
de juiste spanning worden aangepast. De bandendruk moet
m.b.v. een nauwkeurige meter worden gecontroleerd wanneer de
banden koud zijn.
Opmerking: een KOUDE band wordt gedefinieerd als een band
die minimaal 3 uur niet heeft gereden.
Opmerking: plaats altijd de ventieldopjes weer wanneer u de
bandenspanning hebt aangepast.
Banden vervangen
WAARSCHUWING: vervang de banden UITSLUITEND met door
Zero Motorcycles goedgekeurde radiaalbanden. Zie
"Specificaties", op pagina
8.2. Dit zijn de enige banden die zijn
getest en goedgekeurd voor gebruik op de Zero SR/F.
WAARSCHUWING: de montage van niet-goedgekeurde banden
kan een negatieve behandeling en werkingsproblemen
veroorzaken en de juiste werking van de ABS en MTC in de weg
staan.
Band achterwiel
248 kPa (36 PSI)