Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

16

4.5 Laadproces

• Schakel de e-motion wielen uit (zie hoofdstuk 2.3).
• Steek de netkabel [14] van de oplader in een stopcontact. De twee leds [12] aan de
oplader branden oranje.
• Plaats de laadstekker [11] van de oplader [13] op de laadbussen [2]. Deze zijn geïn-
tegreerd in de Aan/Uit-knop). De vergrendeling gebeurt automatisch d.m.v. een mag-
neetsluiting.
• Aan de oplader knipperen de twee led-indicaties [12] groen en aan de e-motion wie-
len is een korte pieptoon te horen. Dit betekent dat het laadproces is begonnen.
• Op het led-display [1] van de e-motion wielen branden afhankelijk van de laadtoe-
stand van het accupack nog andere leds (zie hoofdstuk 5.2).
• Als de accu volledig is opgeladen, branden alle vijf leds aan de wielen en aan de opla-
der brandt de led-indicatie [1] continu groen.
• Trek dan eerst de laadstekkers [11] van de oplader [13] van de e-motion wielen af,
vervolgens de netstekker van de oplader [14] uit de contactdoos.
• De e-motion wielen worden na voltooiing van het laadproces niet uitgeschakeld.
i
Voor zover vereist kan het laadproces te allen tijde onderbroken
worden.
Let erop dat de stekkers van de oplader [11] en de laadbussen in de
Aan-/Uit-knop [2] van het e-motion wiel schoon zijn en er zich geen
metalen deeltjes aan bevinden. Als deze deeltjes toch aanwezig zijn,
dan moeten ze met een schone, droge doek verwijderd worden!
Als de e-motion wielen langer (meer dan 1 dag) niet gebruikt wor-
den, moet de oplader eerst van de wielen en daarna van het stop-
contact losgekoppeld worden. Controleer steeds vóór het begin van
elke rit de laadtoestand van de accu's. Deze moeten vóór het begin
van de rit volledig opgeladen zijn.
Indien er bij het laden van de wielen een fout optreedt, wordt deze
door het led-display [1] en de signaaltonen aan het wiel (zie hoofd-
stuk 5.4) en door een continu rood brandende led [12] aan de opla-
der weergegeven
Voorzover de e-motion wielen voor het laden aan de rolstoel zitten
moeten vóór het begin van het laadproces beide wielen uitgescha-
keld en de rolstoel met zijn vastzetremmen tegen onopzettelijk
wegrollen beveiligd worden.
De magneetstekkers van de oplader mogen niet in de buurt van de
sensor [6] aan het wiel komen, omdat hierdoor anders de kalibratie
van de sensor beïnvloed zou kunnen worden.
Tijdens het laadproces
grijpband [5] inwerken, omdat het laadproces hierdoor stopgezet
kan worden.
mogen geen druk- of trekkrachten op de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave