DMU27060
Diagram voor het benzine-en-
oliemengsel (50:1)
1.
: Benzine
2.
: Motorolie
DCM00150
OPGELET:
Zorg ervoor dat benzine en olie goed met
elkaar vermengd zijn, anders kan de mo-
tor worden beschadigd.
DMU30311
Procedure voor olie-
inspuitingsmodellen
Laat de motor gedurende 10 uren als volgt
draaien onder belasting (in versnelling met
een propeller geïnstalleerd).
1.
Eerste 10 minuten:
Laat de motor draaien met het laagst
mogelijke toerental. Een snel vrijloop-
toerental in neutraal is het best.
2.
Volgende 50 minuten:
Draai de gasklep niet verder open dan
voor de helft (ongeveer 3000 omw/min).
Varieer het motortoerental nu en dan.
Als u een gemakkelijk planerende boot
hebt, geef dan volgas tot de boot pla-
neert en draai de gashendel dan onmid-
dellijk terug tot 3000 omw/min of minder.
3.
Volgende twee uren:
Versnel met volgas tot de boot planeert,
en neem vervolgens gas terug tot drie-
kwart gasklepopening (ongeveer 4000
omw/min). Varieer het motortoerental nu
en dan. Geef volgas gedurende een mi-
nuut en laat de motor dan ongeveer 10
minuten met driekwart of minder geo-
pende gashendel draaien zodat hij kan
afkoelen.
4.
Resterende zeven uren:
Laat de motor draaien met om het even
welk toerental. Laat de motor echter
nooit langer dan 5 minuten met volgas
draaien.
5.
Na de eerste 10 uren:
Gebruik de motor normaal. Vul de
brandstoftank uitsluitend met normale
(onvermengde) benzine. Het Yamaha
olie-injectiesysteem verschaft een goe-
de smering voor normaal motorbedrijf.
DMU27102
Controles voor gebruik
DWM00080
WAARSCHUWING
Als tijdens de controle vooraf blijkt dat
een onderdeel niet werkt zoals het hoort,
moet het worden nagekeken en hersteld,
alvorens de buitenboordmotor te gebrui-
ken. Anders zou er een ongeluk kunnen
gebeuren.
DCM00120
OPGELET:
Start de motor niet als uit het water is.
Oververhitting en ernstige motorschade
zouden daarvan het gevolg kunnen zijn.
DMU27111
Brandstof
Ga na of u wel voldoende brandstof voor
G
uw trip hebt.
Ga na of er geen brandstoflekken zijn of
G
brandstofgassen ontsnappen.
Controleer de brandstofleidingsaansluitin-
G
gen op hun dichtheid (indien uitgerust met
Yamaha-brandstoftank of boottank).
Werking
28